Ahold heeft een rechtszaak gewonnen die was aangespannen door de eigen franchisenemers van Albert Heijn. Die wilden dat het moederbedrijf hen een groter deel van de winst gaf, maar krijgen nu dus ongelijk van de rechter.
Rechter stelt nieuwe onderhandelingen voor
De franchisenemers stapten in september naar de rechter, omdat ze vonden dat Ahold enkele inkoopvoordelen en bonussen niet volledig aan hen doorgaf. Daarnaast zou Ahold ook nog een aantal kosten dubbel aanrekenen en vonden de franchisenemers de concurrentie van de webwinkel onrechtvaardig.
De rechtbank in Haarlem heeft nu echter alle vorderingen van de franchisenemers van tafel geveegd. Volgens de rechter draait de overeenkomst tussen Ahold en de franchisenemers op zelfstandigheid en kunnen ze daarom geen aanspraak maken op het ‘eerlijk delen principe’.
“Dat betekent niet dat de besproken eisen ‘aan de onderhandelingstafel’ niet legitiem zouden kunnen zijn”, voegt de rechter daar wel aan toe. “Duidelijk is dat de franchisenemers van opvatting zijn dat die balans er niet (meer) is. Het is ook in het belang van AH dat de rust bij haar franchisenemers terugkeert.” De rechtbank stelt daarom voor dat beide partijen opnieuw gaan onderhandelen. Ook Ahold liet eerder al verstaan open te staan voor een onderlinge schikking.