Dat blijkt uit het rapport ‘Kansen voor duurzaam eten en drinken onderweg’, dat is geschreven op basis van onderzoek van het LEI-Wageningen UR. De onderzoekers constateren dat ruim de helft van de consumenten verduurzaming van het aanbod in de pompshop een goed initiatief vindt, dat aansluit bij de ontwikkelingen in de samenleving.
Een schamel omzetaandeel
In de praktijk blijkt daar echter nog heel weinig van. De cijfers spreken boekdelen: de omzet van eten, drinken en tabakswaren in het ‘on the go’-kanaal bedroeg in 2010 zo’n 2,1 miljard euro. Duurzaam eten en drinken vertegenwoordigt hiervan zo’n 7,3 miljoen euro. Dat is een schamele 0,35 procent van de totale omzet.
Tabakswaren maken bijna driekwart van de omzet uit in de pompshop. Zelfs als je die buiten beschouwing laat en de duurzame omzet betrekt op de totale omzet aan eten en drinken in de pompshop, kom je hooguit op een aandeel van nog geen twee procent uit.
Duurzame koffie
Nog verder inzoomen op de cijfers leert, dat die duurzame omzet van 7,3 miljoen euro voor 85 procent uit (vooral) koffie, thee en cacao bestaat. Met andere woorden: alleen de koffie is duurzaam in de pompshop, onder leiding van Shell, dat ertoe heeft besloten om in de pompshops alleen nog maar UTZ-gecertificeerde koffie te schenken.
“Shell meldt dat ook via displays bij de koffiemachines”, zegt onderzoeker Machiel Reinders, “maar ook met het Deli2Go-concept is Shell veel met verduurzaming bezig. Dat geldt ook voor andere aanbieders zoals de broodjesleveranciers Qizini en Bakerstreet en het zuivelbedrijf Arla. Ook deze bedrijven zijn bij het onderzoek betrokken.”
Aankooproutine doorbreken
Volgens de Voedselbalans 2011 is 80 procent van de Nederlandse consumenten bekend met duurzame merken die in de supermarkten worden verkocht. De supermarkt is ook het belangrijkste afzetkanaal voor duurzame voeding. Daar waar de klant in de supermarkt vooral op rationele overwegingen (prijs) en routine koopt, is impuls veel belangrijker in de pompshop.
“Dit betekent inderdaad dat er mogelijkheden zijn om juist in de pompshop, waar prijs minder een rol speelt, die aankooproutine te doorbreken en meer duurzaam aan te bieden”, beaamt Reinders. “Kanttekening is wel dat er veel zoetwaren worden verkocht, en die groep loopt niet voorop als het om verduurzaming gaat. Maar in verse voeding zijn er zeker mogelijkheden om klanten tot een duurzame aankoop te verleiden.”
Duurzaamheid niet ‘top of mind’
Het rapport concludeert dat op dit moment duurzaamheid niet top of mind is bij de klanten in de pompshop. Het huidige aanbod aan eten en drinken past dan ook niet bij duurzame voeding. Dat hoort volgens de pompshopbezoekers veel meer bij de warme maaltijd.
“Pompshopklanten zijn ook minder doelgericht dan supermarktklanten”, zegt Reinders. “Als ze trek hebben, maken ze ter plekke hun keuze – en dat is het moment om ze tot een duurzame keuze te verleiden. Maar niet door een ingewikkelde boodschap te vertellen. Daarvoor is geen tijd. De supermarkt loopt nu ver voor op het ‘on the go’-kanaal als het om duurzame voeding gaat. Wat dat betreft kan de pompshop veel van de supermarkt leren.”