Discountketen Lidl is in Frankrijk aansprakelijk gesteld voor de zelfdoding van een onderhoudstechnicus in een distributiecentrum, intussen drie jaar geleden.
“Onvergeeflijke fout”
De zaak kreeg eind september vorig jaar nationale weerklank in Frankrijk na een tv-documentaire van Cash Investigation, getiteld “Travail, ton univers impitoyable” (“De onverbiddelijke wereld van het werk”). Die documentaire schetste een weinig fraai beeld van hoe het er onder meer op de werkvloer bij Lidl aan toeging. De discounter zou de medewerkers in zijn depots zwaar onder druk zetten en haast onhaalbare objectieven opleggen. Daarin kwam ook het verhaal van de zelfdoding van Yannick Sansonetti, eind mei 2015, ter sprake.
De zelfdoding werd intussen weliswaar erkend als “arbeidsongeval”, maar de familie van de overledene kon daar niet mee leven en was naar de rechtbank gestapt. De rechter baseerde zich voor zijn uitspraak op enkele verslagen van de Arbeidsinspectie. Die was na anderhalf jaar onderzoek tot het besluit gekomen dat het slachtoffer psychologisch werd geïntimideerd door zijn rechtstreekse chef en dat hij bovendien een buitenmatige werkdruk kreeg opgelegd. De rechter veroordeelde de discounter wegens een “onvergeeflijke fout” tot de betaling van 90.000 euro aan de weduwe, de kinderen en de moeder van de overledene omdat de “directie niet had ingegrepen ondanks herhaalde waarschuwingen van de Arbeidsinspectie”.
Lidl, dat twee maanden de tijd heeft om tegen de uitspraak beroep aan te tekenen, “neemt akte van de beslissing van de rechtbank”. De advocaat van de familie-Sansonetti is tevreden met de uitspraak, die een extra argument zal vormen in de strafzaak die inmiddels ook aanhangig is gemaakt tegen Lidl.