Om het tanende succes op de Russische markt te counteren, heeft AB InBev zijn actitviteiten in het land van Vladimir Poetin ondergebracht in een joint venture met het Turkse Anadolu Efes.
50/50, maar Turken operationeel aan zet
De joint venture zou al enkele maanden geleden opgericht zijn, zo schrijft De Tijd, dat erop wijst dat Rusland in het tweede kwartaal uit de boekhouding verdween van de Belgisch-Braziliaanse brouwgigant. AB InBev en Efes “controleren elk de helft van het bedrijf, maar de Turken hebben de touwtjes in handen”, aldus de zakenkrant. AB InBev krijgt wel een dividend van de joint venture.
Volgens ABN Amro-analist Robert Jan Vos is Rusland “geen kernmarkt meer” voor AB InBev. “Door samen te werken verhogen Efes en AB InBev hun schaalgrootte, waardoor ze meer macht hebben en kosten kunnen besparen. AB InBev kan genieten van schaalvoordelen zonder er zelf actief aan bij te dragen”, zegt hij in de krant.
AB InBev ziet zijn verkoop al jaren dalen in Rusland sinds de regering de strijd heeft opgevoerd tegen alcoholmisbruik, met onder meer een verbod op alcoholreclame en een flinke stijging van de accijnzen. De tactiek die AB InBev in China succesvol uitrolde ‑ inzetten op bieren met een exclusiever imago (zoals Stella Artois en Budweiser) ‑ sloeg echter niet aan in Rusland. AB InBev had in Rusland een marktaandeel van 13,9% en was er het nummer twee (net voor Efes), maar een eind achter het Deense Carlsberg, dat 40% van de markt in handen heeft. De Leuvense brouwgigant heeft sinds de overname van SABMiller in 2016 een minderheidsbelang van 24% in Anadolu Efes.