Ambitieuze soepdwerg
De Kleinste Soepfabriek is op dit moment nog maar goed voor ruim 600.000 potten soep en saus en een jaaromzet van maar 1,4 miljoen euro. Daarmee is het bedrijf nog een dwerg in de wereld van de soepen, maar wel een ambitieuze: “Ik wil geen grote Nederlandse speler worden, ik wil meedraaien op de wereldmarkt”, zegt directeur Michel Jansen in het Dagblad van het Noorden.
“Wij moeten het hebben van vrij dure producten, die zich onderscheiden door de smaak en de ingrediënten. De grote fabrikanten hebben allemaal dezelfde soepen en vrijwel dezelfde smaak. De middelmaat regeert. Dat willen wij niet, we hebben niet de ambitie om Unox te worden.“
De Kleinste Soepfabriek is intussen actief in Nederland, Frankrijk, Duitsland, de Verenigde Arabische Emiraten en Japan. De nieuwe uitbreiding gaat via het bedrijf Not for Sale, waarmee waarschijnlijk een joint venture wordt gesloten. Dat maakt het eenvoudiger om handel te drijven in de VS en om aan de lokale wetgeving te voldoen.
Productiecapaciteit krijgt flinke boost
Vorig jaar nam De Kleinste Soepfabriek een productiefaciliteit van een failliet vleesbedrijf over, waardoor de productie de komende jaren flink kan worden opgevoerd. Daarmee is de onderneming klaar voor grote orders.
Dat was een paar jaar geleden wel anders, toen Albert Heijn zich meldde als mogelijke klant. Daar werd echter ‘nee’ tegen gezegd: “Er zijn twee mogelijkheden als je met zo’n grote speler in zee gaat. Óf je product loopt als een trein en binnen een paar maanden staat er een goedkope maar minder goede versie van in het schap ernaast, óf het loopt niet en je product eindigt in de kortingsbak met zo’n 35 procent korting sticker erop”, aldus Jansen.
Wel doet het bedrijf al jaren zaken met het snelgroeiende Jumbo en worden de producten bij Natuurwinkels verkocht. Ook is er een eigen webshop, maar daar zijn de producten duurder dan in de winkel, om te voorkomen dat het bedrijf met de eigen afnemers gaat concurreren.