Leveranciers van Albert Heijn kunnen voortaan een boete krijgen als ze door corona minder leveren dan besteld. De supermarktketen heeft zijn leveringsvoorwaarden aangepast, waardoor “epidemieën en pandemieën” niet langer als overmacht kunnen worden ingeroepen.
Strenger
Volgens het FD kan Albert Heijn de boete, die kan oplopen tot 80% van de orderwaarde, onmiddellijk opeisen als een leverancier er niet in slaagt om meer dan 98% van het order te leveren. Ook indien 1% van de referenties niet beschikbaar is, kan de keten de desbetreffende leverancier in gebreke stellen.
Naast epidemieën en pandemieën sluit Albert Heijn overheidsmaatregelen die er mogelijk het gevolg van zijn, zoals bijvoorbeeld een avondklok, uit als geldig excuus voor leveranciers. Ook sociale onrust en stakingen zijn geen geldige reden om afspraken rond bestellingen niet na te komen. De nieuwe voorwaarden zijn bovendien “niet onderhandelbaar”, luidt het. Albert Heijn bekijkt op weekbasis of leveranciers in de fout gaan.
Lege schappen
De nieuwe leveringsvoorwaarden van de supermarktketen zijn duidelijk strenger geworden. Volgens een insider heeft dat alles te maken met de coronacrisis en is het bedrijf door “schade en schande wijzer geworden.” Zo zouden diverse leveranciers bij het uitbreken van de pandemie hun afspraken niet nagekomen zijn, omdat ze bij de concurrentie een betere prijs kregen voor hun producten.
Hoeveel coronaboetes Albert Heijn intussen heeft uitgedeeld, wil de retailer niet kwijt. Een woordvoerder geeft wel aan dat zowel de eisen als de sancties per leverancier kunnen verschillen. Volgens hem vernieuwt Albert Heijn afspraken over de leveringszekerheid van producten jaarlijks “om ervoor te zorgen dat klanten altijd al hun boodschappen bij ons kunnen vinden.”