30% meer langdurige klanten in Groningen
Het was de Portland State University in het Amerikaanse Oregon die eind vorig jaar een studie uitvoerde en daarvoor bijna 2.000 consumenten ondervroeg. Verrassend genoeg spendeerden zachte weggebruikers maar liefst dertien procent meer dan automobilisten. Minder wagens in de winkelstraten is dus niet alleen aangenaam voor de winkelaars, maar is bovendien een stuk rendabeler voor (de meeste) handelaars.
De Nederlandse praktijk geeft de Portland State University gelijk: dankzij een betere infrastructuur voor fietsers en voetgangers steeg het aantal shoppers dat langer dan twee uur in de Groningse binnenstad bleef, in drie jaar tijd van 35 naar 46 procent – zowat een derde meer dus. Als kers op de taart steeg het aantal arbeidsplaatsen meteen mee van 17.300 tot 18.400.
Brusselse peiling toont misvattingen aan
Bovendien gaf een peiling aan dat Brusselse winkeliers dachten dat de helft van hun klanten met de wagen komt, terwijl bleek dat in werkelijkheid niet minder dan veertig procent met het openbaar vervoer was gekomen en nog eens veertig procent te voet of met de fiets… van een zware misvatting gesproken dus.
Ook een andere misvatting werd in de peiling blootgelegd: van fietsende consumenten werd in het verleden gedacht dat ze een kleiner budget te spenderen hebben dan mensen die met de wagen uit winkelen gaan. Deze stelling gaat echter al lang niet meer op: fietsers hebben een meer dan behoorlijk budget, om te beginnen al dankzij de uitgespaarde benzine en parkeertickets.
Fietsers hebben perceptie tegen
Dat handelaars het aandeel van hun fietsende klanten zo onderschatten, heeft grotendeels te maken met het ‘laadvermogen’ van automobilisten. Zij kunnen immers een veel groter volume aankopen dan hun fietsende tegenhangers, die het vaak met een sober boodschappenmandje moeten doen.
Wat daarbij dikwijls vergeten wordt, is dat de fietsende klant veel vaker boodschappen doet, terwijl de auto-klant houdt het bij één of twee keer per week. En als je de eindafrekening maakt, heeft de fitte fietser blijkbaar altijd meer gespendeerd.
Fietsende klant is trouwe klant
“De fietser of voetganger heeft op het einde van de reis niet alleen meer gespendeerd, maar blijkt ook nog eens een bijzonder trouwe klant te zijn: ze gaan heel dikwijls naar dezelfde bakker of groenteboer”, aldus Benedicte Swennen van de Belgische Bond Beter Leefmilieu.
Opvallend is dat ook de Belgische handelsorganisatie Unizo deze opvattingen deelt, zeer tegen de heersende opvattingen van hun doelgroep in. De zelfstandigenvereniging richt zelfs de actie “Met belgerinkel naar de winkel” mee in. “Fietsend winkelen levert een winwin op voor iedereen. Handelaars zien de files voor hun handelszaak afnemen, klanten moeten niet zoeken naar een parkeerplaats en bewegen is sowieso gezond”, zegt topman Karel Van Eetvelt.
Het kan een vruchtbare les zijn voor de handelaars die vandaag misschien nog huiverachtig staan tegenover autoluwe initiatieven in de buurt van hun winkel. Ook al is het altijd even wennen om minder wagens in de straat te zien, op termijn brengt het alleen maar gelukkigere en trouwere klanten op die zich met de fiets of te voet verplaatsen en die bovendien een mooi budget te spenderen hebben.
Wanneer een stad aandacht heeft voor fietsers en voetgangers en daar ook de nodige voorzieningen voor treft, die dikwijls een pak goedkoper zijn en minder leefruimte opeisen dan voorzieningen voor wagens, wordt het ook voor oudere mensen en gezinnen met kinderen aantrekkelijker om de wagen op stal te laten. Daar is inmiddels bijna iedereen het over eens, maar de praktijk laat soms nog op zich wachten…