Met het label “Le Cochon bien-être” garandeert het Ardense vleeswarenmerk Marcassou producten op basis van lokaal varkensvlees, die beantwoorden aan hoge normen inzake dierenwelzijn. “Als we vlees verkopen, dan willen we vlees verkopen waar we achter kunnen staan,” zegt CEO Remco Kok.
Strategische visie
Voortaan draagt zowat 60 procent van de producten van Marcassou het groene label “Le Cochon bien-être” om consumenten te garanderen dat ze duurzame kwaliteitscharcuterie kopen die geproduceerd is in de Ardennen met lokaal vlees en met respect voor dierenwelzijn. De producent werkt daarvoor samen met lokale familiale veehouders, een lokaal slachthuis (Lovenfosse) en een lokale producent van varkensvoer (Dumoulin). Alle partners van het merk zijn gevestigd binnen een straal van ongeveer honderd kilometer rondom de fabriek van Marcassou in de Ardennen. De varkens krijgen meer ruimte in de stallen en hebben speelgoed om zich af te leiden. Ze worden niet gecastreerd, krijgen geen antibiotica en worden gevoerd met een natuurlijke plantaardige voeding die rijk is aan granen. Ook het transport is diervriendelijk. Op termijn bekijkt het merk of het label worden uitgerold naar het volledige gamma.
Over het waarom van dit initiatief praatten we met Remco Kok, CEO van producent Imperial Meat Products. De beweegredenen van het bedrijf zijn tweeledig, vertelt hij: “Aan de ene kant zien we bij consumenten de behoefte aan lokale producten en een grotere bekommernis rond dierenwelzijn. Aan de andere kant hebben we onze eigen strategische ambitie, die we ‘0-50-100’ noemen: waarbij de nul staat voor geen verspilling, de vijftig voor vijftig procent minder vlees en de honderd voor honderd procent transparantie. We denken dat dit een prachtig voorbeeld is waarbij we met verschillende partijen nauw samenwerken.”
Verantwoordelijkheid nemen
Van een defensieve houding wil de vleeswarenproducent niet weten: “Sinds we een Beneluxbedrijf zijn, hebben we goed nagedacht over onze ‘purpose’. Je kunt niet meer zeggen ‘ik maak prachtige producten’, zonder dat je ook oog hebt voor de wereld om je heen. Vanuit die overtuiging hebben we die 0-50-100 ambitie opgeschreven. We vinden dat we een rol te vervullen hebben en dat we onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Daar hoort ook minder vlees bij. En als we vlees verkopen, dan willen we vlees verkopen waar we achter kunnen staan, bijvoorbeeld in termen van dierwelzijn, lokale herkomst, toevoegingen, verpakking… We zijn uiteindelijk slagers en we maken met ons ambacht mooie producten, maar dat ambacht hoeven we niet enkel te gebruiken voor het maken van vlees. We kunnen dat ook inzetten voor het maken van producten van plantaardige eiwitten, of misschien wel van kweekvlees.”
Marcassou is niet het eerste merk van de groep dat stappen zet richting diervriendelijk vlees. Onder het merk Aoste brengt het bedrijf al vegetarische producten op de markt, en ook vleeswaren met het Beter Leven keurmerk. Maar het label “Le Cochon bien-être” werd speciaal voor Marcassou in het leven geroepen. “We vonden dit label heel goed passen bij het merk. We werken met Ardense partners en boeren die in de nabijheid van onze fabriek huizen. Zo kunnen we op een fantastische manier dat Ardense merk versterken, op een heel relevante manier, met aandacht voor dierwelzijn en lokale oorsprong. De producten droegen al het label Beschermde Oorsprongsbenaming, daar komt nu die sourcing en dat dierwelzijn bovenop.”
De producten met het groene label op de verpakking liggen vanaf nu in de winkels. Imperial Meat Products plant ook een campagne om consumenten duidelijk te maken waar het label voor staat. “We willen dat mensen echt begrijpen wat we hier doen.”