Het European Centre for Constitutional and Human Rights (ECCHR) heeft in Duitsland klacht ingediend tegen verschillende retailers, waaronder Aldi, Lidl, C&A en Hugo Boss, omdat ze geprofiteerd zouden hebben van dwangarbeid door de Oeigoeren in de Chinese regio Xinjiang.
“Verantwoording afleggen”
De Berlijnse organisatie beschuldigt de retailers ervan direct of indirect dwangarbeid in de katoenindustrie in Xinjiang in de hand te hebben gewerkt en ervan te hebben geprofiteerd. “Het is onaanvaardbaar dat Europese regeringen China bekritiseren wegens mensenrechtenschendingen, terwijl Europese bedrijven mogelijk profiteren van de uitbuiting van de Oeigoerse bevolking”, verklaart Miriam Saage-Maass van het ECCHR. “Het is hoog tijd dat de verantwoordelijken in de bedrijven ter verantwoording worden geroepen als de verdenkingen van dwangarbeid worden bevestigd.”
Een woordvoerder van Lidl zei dat de beschuldigingen “gebaseerd waren op oude leverancierslijsten en betrekking hadden op bestellingen of perioden in het verleden“. Verder beklemtoonde het bedrijf een “zero tolerance”-beleid te voeren ten aanzien van dwangarbeid en kinderarbeid, schrijft Reuters.
“Geen overtredingen”
Volgens Hugo Boss werden alle normen en waarden van het bedrijf nageleefd bij de productie van zijn goederen en is er geen sprake is van wettelijke overtredingen. “Wij verwerpen daarom alle andere beweringen van het ECCHR”, verklaarde een woordvoerder.
Eerder dit jaar diende een andere organisatie, Sherpa, in Frankrijk al een gelijkaardige klacht in tegen onder meer Uniqlo en Zara. Dat leidde in juli tot een gerechtelijk onderzoek door de bevoegde instanties.