Steeds meer Vlamingen eten minsten drie keer per week geen vlees of vis, blijkt uit een tienjarig onderzoek door VUB. Na een piek in 2016 vertraagt de groei van het flexitarisme wel. Een kleine, maar stabiele groep is veganist of vegetariër.
Haalbaar compromis
Het afgelopen decennium verschuift het eetpatroon in Vlaanderen duidelijk van omnivore eetgewoonten, waarbij dagelijks vlees of vis op het bord verschijnt, naar meer flexitarisme, met minstens drie dagen per week zonder vlees of vis. Striktere plantaardige eetpatronen zoals veganisme en vegetarisme hebben een relatief klein, maar stabiel aantal aanhangers: het gaat om minder dan 5% van de bevolking.
“Deze trend is hoofdzakelijk zichtbaar bij jonge, hoger opgeleide deelnemers van het vrouwelijke geslacht die in stedelijke gebieden wonen”, zegt onderzoeker Tom Deliens van VUB. “Terwijl de overgrote meerderheid van de populatie omnivoor is, zien we in 2016 een piek in de consumptie van plantaardige producten, en gaan meer deelnemers (10% tegenover 5% in 2011) zichzelf beschouwen als flexitariër. Veganisme of vegetarisme is mogelijks voor sommigen nog een te grote stap, waar flexitarisme een haalbaar compromis lijkt voor een verminderde vlees-/visconsumptie.”
Strijd tegen klimaatverandering
Opmerkelijk is wel dat het groeiend aantal flexitariërs stagneert sinds 2016. Mogelijk was de plotse piek te danken aan sensibiliseringscampagnes zoals Dagen Zonder Vlees, Donderdag Veggiedag en Try Vegan. Deliens suggereert dat nieuwe campagnes zich zouden kunnen richten op oudere en lager geschoolde mannen uit rurale gebieden om ook daar de bewustwording te vergroten en plantaardige eetgewoonten te promoten. Een plantaardig voedingspatroon is immers gezonder en duurzamer: “De integratie van meer plantaardige voeding in ons eetpatroon kan zelfs een sleutelrol spelen in de strijd tegen de klimaatverandering.”
De cijfers komen uit een studie van de VUB-onderzoeksgroep MOVE (Movement and Nutrition for Health and Performance) in samenwerking met Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA). De onderzoekers analyseerden de eetgewoonten van 4859 deelnemers over vijf meetmomenten in 2011, 2013, 2016, 2018 en 2020. Het onderzoek werd gepubliceerd in het vaktijdschrift European Journal of Nutrition.