De energieprijzen swingen de pan uit, met piekende inflatie tot gevolg. Toch vertaalt dat zich (nog) niet in hogere prijzen voor consumptieartikelen: sommige producten in de sectoren voeding en elektronica worden zelfs goedkoper.
Vertekend beeld
Het verhaal van de extreme inflatie en dalende koopkracht is in de praktijk genuanceerder dan vaak wordt voorgesteld. Aangezien het inflatiecijfer wordt bepaald door een korf aan gezinsuitgaven aan goederen en diensten, spelen de pijlsnel stijgende energieprijzen een grote rol. Consumptiegoederen worden – anders dan de inflatie doet vermoeden – immers niet duurder, concludeert BusinessAM op basis van cijfers van Belgostat. Tegenover november vorig jaar zijn veel producten zelfs in prijs gedaald. Zo is sommige consumentenelektronica nu opvallend goedkoper dan tijdens de tweede coronagolf vorig jaar: in België kosten smartphones vandaag gemiddeld 6,5% minder en televisietoestellen zijn 10% goedkoper.
De prijzen van voeding, een belangrijk onderdeel van het gezinsbudget, zijn nauwelijks gestegen: gemiddeld gingen de prijzen met amper 0,47% omhoog. Sommige categorieën vertonen zelfs prijsdalingen: vers fruit zou gemiddeld 4,8% goedkoper zijn geworden, terwijl ook bijvoorbeeld mineraalwater, babyvoeding en pizza’s licht in prijs zijn gedaald. Verse vis en chocolade zijn stabiel gebleven in prijs.
Toch komen er waarschijnlijk ook in die categorieën prijsstijgingen: heel wat retailers en merkfabrikanten hebben gewaarschuwd dat ze volgend jaar toch hogere prijzen moeten aanrekenen. De stijgende energieprijzen, de huidige bevoorradingsproblemen, de vierde coronagolf en de hogere grondstofkosten zullen onvermijdelijk, vroeg of laat, toch ook bij de consument terechtkomen.