De steden Brugge en Gent testen samen verschillende meettechnologieën uit om het aantal bezoekers in de winkelstraten te tellen, en zelfs te voorspellen.
Wat te leren van drukte?
In de Brugse en Gentse winkelstraten hangen drie maanden lange slimme camera’s en mysterieuze “bakjes” aan de muren. Allemaal hebben ze één doel: het aantal passanten tellen en analyseren. Het proefproject maakt deel uit van het VLOED-project, met steun van Europa en de Vlaamse overheid. De bedoeling is lokale ondernemers een platform te bieden waarop ze zien hoe druk het is en zal worden in de stad.
“We polsten eerder al bij Gentse ondernemers welke vragen ze zich stellen. Wanneer zet ik extra personeel in? Wanneer sluit ik mijn zaak? Waar is het zinvol om te investeren? Dit proefproject helpt hen om al die vragen beter te beantwoorden”, legt Sofie Bracke, Gents schepen van Economie, uit.
Volg de mensenmassa
Enerzijds wordt met radiosensoren gewerkt, anderzijds volgen slimme camera’s de mensenstromen. Beide maken ze een onderscheid tussen voetgangers, fietsers en auto’s, zonder gebruik te maken van gezichtsherkenning of andere persoonlijke gegevens. Het gaat puur om het tellen van passanten aan de hand van beweging. Na verloop van tijd moeten zelflerende algoritmes de drukte ook op voorhand kunnen voorspellen.
Maar welke technologie werkt het best? De twee steden maken er een wedstrijdje van tussen verschillende soorten slimme camera’s en sensoren. In april volgt de evaluatie welke meetsystemen het meest accuraat en relevant zijn, waarover ook handelaars feedback krijgen. Later komt er een webplatform waarop iedereen de cijfers kan raadplegen.
In Gent wordt gemeten van de Kouter tot de Langemunt, in Brugge gaat het om de Steenstraat, de Zuidzandstraat en het Simon Stevinplein. “Als alles goed loopt, volgen nog andere experimenten of proeftuinen”, laat de Stad Gent al weten. Zo wil de stad ook het verkeer en de luchtkwaliteit gaan meten.