Het Britse Unilever kende afgelopen jaar zijn sterkste onderliggende groei in negen jaar. In de marge van de jaarresultaten kondigde topman Alan Jope wel aan voorlopig geen grote acquisities na te jagen.
Prijsverhogingen
De gerapporteerde omzet van steeg met 3,4% tot 52,4 miljard euro. Op organische basis bedroeg de groei echter 4,5%: naar eigen zeggen het beste resultaat in negen jaar. Bijna twee derde daarvan was wel het gevolg van prijsverhogingen, amper een derde kwam van effectieve volumegroei.
Alle divisies van het concern droegen bij aan de groei, maar de sterkste vooruitgang kwam van de voedingstak met een onderliggende groei van 5,6%. Door de versoepelingen van de coronamaatregelen kon het ‘out-of-home’-kanaal zich gedeeltelijk herstellen. Het leverde merken als Ben & Jerry’s en Knorr een aanzienlijke bonus op. Ook opvallend: de omzet uit e-commerce steeg met 44% en maakt nu 13% uit van de totale groepsopbrengsten.
Kosten blijven stijgen
Voor 2022 rekent Unilever op een onderliggende groei tussen 4,5 en 6,5%. De hoge inflatie is wel een streep door de rekening: daardoor zouden de kosten voor grondstoffen, transport en verpakkingen alleen al in de eerste jaarhelft met ongeveer twee miljard euro toenemen. Bijgevolg verwacht het concern een daling van de onderliggende marge met 140 tot 240 basispunten.
Anderzijds zou de onlangs aangekondigde herstructurering, waarbij de onderneming rond vijf afzonderlijke bedrijfseenheden wordt georganiseerd en waarbij 1500 jobs verdwijnen, de komende twee jaar een besparing van 600 miljoen euro moeten opleveren.
Naar aanleiding van de mislukte overname van de consumententak van GlaxoSmithKline eerder dit jaar verklaarde topman Alan Jope dat hij niet van plan is om in de nabije toekomst grote overnames te doen. “We hebben een sterk signaal ontvangen [van onze aandeelhouders] dat de evolutie van onze portefeuille moet worden geëvalueerd.” Het bedrijf zal in de komende twee jaar wel opnieuw voor maximaal drie miljard euro eigen aandelen inkopen.