Het eenmalige ICA-effect
Dat de nettowinst in het tweede kwartaal met 17,3 procent onderuit ging, is vooral een gevolg van de verkoop van Aholds aandeel in de winstgevende Scandinavische retailer ICA. Waar ICA in het tweede kwartaal van 2012 nog 27 miljoen nettowinst toevoegde, verdween dit jaar deze positieve post van de balans. De kwartaalwinst kwam uit op 206 miljoen euro, 43 miljoen minder dan het netto kwartaalresultaat een jaar eerder.
Voor de nettowinst in het halve jaar pakt de verkoop van ICA zeer positief uit: de eenmalige opbrengst van 1,75 miljard euro pompt dit winstcijfer met ruim 300 procent op, tot bijna 2,16 miljard. Zonder dit eenmalige effect door de verkoop van ICA, zou de nettowinst op 406 miljoen euro zijn uitgekomen, 24 procent lager dan de 534 miljoen euro die Ahold in de eerste helft van 2012 als netto resultaat noteerde.
Hogere operationele winst en marge
Ahold kijkt echter liever naar de lopende zaken en constateert tevreden dat de operationele winst in het tweede kwartaal van 2013 uitkwam op 338 miljoen euro, een toename van 5,4 procent tegen constante wisselkoersen. Hiermee samenhangend lag Aholds operationele marge met 4,4 procent 0,2 procentpunt hoger dan de marge in het tweede kwartaal van 2012.
“We presteren goed, zowel in de VS als in Europa”, reageert topman Dick Boer in een persverklaring. “We hebben onze omzet met drie procent doen stijgen tegen gelijkblijvende wisselkoersen, met voortdurende promotionele activiteit.”
Identieke groei Ahold USA zakt in
De netto-omzet groeide in de VS, waar Ahold tweederde van zijn omzet realiseert, in het tweede kwartaal met twee procent. De identieke omzet was er echter slechts 0,5 procent. Over het halve jaar bezien nam de netto-omzet van Ahold USA met 2,8 procent toe, maar op identieke basis was de omzetgroei slechts 1,2 procent.
Dat de identieke groei zó inzakt, betekent dat Aholds prestaties op de belangrijke Amerikaanse markt in het tweede kwartaal behoorlijk onder druk hebben gestaan.
Identieke omzet ondergemiddeld
In Nederland vertoont Aholds identieke omzetontwikkeling een meer gebalanceerd beeld: Ahold wist – vooral door toevoeging van voormalige C1000-winkels en uitbreiding van het winkelbestand in België – de netto-omzet in het tweede kwartaal met 5,6 procent wist te verhogen (over het halve jaar zelfs met 6,6 procent).
Op identiek omzetniveau prijkt er echter een plusje van 1,6 procent in het tweede kwartaal, en dat is toch behoorlijk onder het marktgemiddelde. Concurrent Jumbo maakte onlangs ook een identieke omzetgroei bekend, die onder het marktgemiddelde van 2,3 procent lag.
Met een identieke omzetgroei van 2,1 procent in de eerste helft van 2013 doet de uitdager van Albert Heijn het echter nog aanzienlijk beter dan Ahold, dat in Nederland in de eerste jaarhelft op 1,7 procent identieke omzetgroei uitkwam.
Jumbo doet het beter dan AH
Dit moet nog wel worden gecorrigeerd voor Albert Heijn supermarkten – Ahold splitst dit in zijn rapportage helaas niet uit – maar gezien het feit dat Albert Heijn dominant is in de resultaten van Ahold Nederland, is de conclusie gerechtvaardigd dat Jumbo het qua identieke omzetontwikkeling beduidend beter doet dan de marktleider.
Wel heeft Ahold nog de troefkaart van online: hoewel dit een businessmodel is dat zich qua winstgevendheid nog moet bewijzen, benadrukt Ahold dat Albert.nl en bol.com met een dubbelcijferige omzetgroei, nadrukkelijk bijdragen aan de groei van de identieke omzet.
Hoofdpijndossier Centraal-Europa
Aholds operaties in Tsjechië en Slowakije blijven wel problematisch: daar nam de netto-omzet af met 4,4 procent en zakte de identieke omzet met 3 procent. Ook de onderliggende winstmarge daalde met 0,2 procentpunt tot een zeer magere 0,8 procent.
Hoewel Ahold altijd heeft verklaard aan deze bedrijfsonderdelen vast te willen houden, kan het niet als een verrassing komen als het dit Centraal-Europese hoofdpijndossier op een gegeven moment toch van de hand wil doen.
HR is nu ook bestuurszaak
Ahold maakte vandaag ook bekend dat het een HR-directeur heeft benoemd: de Amerikaanse Abbe Luersman komt van Unilever, waar ze verantwoordelijk was voor het Europese HR-beleid. Luersman rapporteert rechtstreeks aan Dick Boer.
Hiermee is HR een zaak die op bestuursniveau wordt aangestuurd en heeft Ahold zijn zevenkoppige Executive Committee vervolledigd. Dit bestaat nu uit vijf mannen en twee vrouwen: meteen een nobele taak voor Luersman om daar op termijn een meer evenwichtige verhouding in te krijgen.