In de jaarlijkse Bedrijfsvergelijking Levensmiddelendetailhandel die Deloitte vandaag presenteert, staat dat de gemiddelde supermarktondernemer in 2012 een nettobedrijfswinst van 152.000 euro realiseerde. Een jaar eerder lagen de netto verdiensten nog bijna zes procent hoger op 161.000 euro.
Loonkosten wegen het zwaarst
Met name oplopende personeelskosten zijn debet aan de winstdaling die de zelfstandigen noteren. Gemiddeld blijken zelfstandig ondernemers in 2012 liefst 6,5 procent meer personeelskosten te hebben dan in 2011. “Deze flinke stijging is het gevolg van loonsverhogingen in de supermarktbranche en van hogere sociale lasten als gevolg van veranderende wetgeving”, zegt Paul Op Heij, partner bij Deloitte’s branchegroep Retail.
Hij constateert dat supermarktondernemers deze tegenvaller onvoldoende met productiviteitsstijgingen weten te compenseren. “Alleen supermarkten in de omzetcategorie tot 75.000 euro per week hebben daadwerkelijk kunnen besparen op hun personeelskosten”, aldus Op Heij. “Zij zien dit terug in een gemiddelde winststijging van 23,6 procent.”
De kleine supers doen het qua winstgevendheid dus beter dan de ondernemers met middelgrote en grote supermarkten. Dat is opmerkelijk, want het zijn juist deze kleine ondernemers met een weekomzet van maximaal 75.000 euro die volgens Deloitte het meeste aan omzetverlies moesten slikken.
Kleine ondernemers draaien zelf veel meer uren
In 2012 daalde de omzet van kleine ondernemers met 2,3 procent, terwijl ondernemers met supermarkten tot 150.000 euro ongeveer gelijk bleven in omzet. Winkels met weekomzetten tot 225.000 euro moesten een lichte omzetdaling (-0,8 procent) voor lief nemen. Dat de winstontwikkeling een tegengesteld beeld te zien geeft, heeft er wellicht mee te maken dat de ondernemer zelf – als dan niet met hulp van familieleden – veel meer uren is gaan werken, om de loonlasten te verlichten.
“Je kunt inderdaad stellen dat er in die buurtsupers heel hard is gewerkt door de ondernemers”, reageert Op Heij. “Ze hebben sowieso minder personeelsleden, dus merken ze het effect van fiscale en sociale wetgeving ook minder. Verder hebben ze hun marge weten te verbeteren doordat hun prijsstelling in het algemeen minder scherp is.”
“Ondernemers met kleine supermarkten hebben al langer een slechte uitgangspositie, dus hebben zij al eerder aanpassingen gedaan”, reageert directeur Patricia Hoogstraaten namens het Vakcentrum. “De ondernemer en zijn partner zijn veel meer uren gaan werken. Buurtsupers hebben doorgaans een klein personeelsbestand van vaste medewerkers. Ze hebben geen flexibele medewerkers die ze preciezer kunnen inroosteren om de loonkosten in de hand te houden. Pas als hen het water tot aan de lippen staat, zullen kleine ondernemers medewerkers ontslaan op economische gronden.”
Marktaandeel zelfstandigen daalt
De negatieve omzetontwikkeling van zelfstandigen heeft als gevolg dat het aandeel van de ondernemers in de totale levensmiddelenomzet in 2012 met 2,2 procentpunt is gezakt, naar 35,3 procent. Daarmee is de groei van de afgelopen twee jaar in één keer teniet gedaan. “Het dalende marktaandeel van de zelfstandigen is onder andere gelegen in de afname van het aantal zelfstandige supermarkten, het minder snel verkrijgen van grotere vestigingen en het verliezen van marktaandeel aan filiaalbedrijven, discounters en de online bestelservice”, stelt Op Heij.
Over de verwachtingen voor 2013 zijn ondernemers iets minder optimistisch dan een jaar geleden. Vorig jaar verwachtte 40 procent van de ondernemers in het volgende jaar een hogere nettowinst te realiseren. Dit jaar is het percentage optimisten gedaald naar 35 procent. De helft van de ondernemers verwacht dit jaar een verdere stijging van de personeelskosten. Het zijn vooral de grotere supermarkten die hierover negatievere verwachtingen hebben, stelt Deloitte.
Is het personeel de klos van de prijzenslag?
Vandaar ook dat CNV Bondgenoten aan de bel trekt nu Albert Heijn een nieuwe ronde aan prijsverlagingen heeft afgekondigd. De vakbond denkt dat de bijkomende rendementsdruk op het personeel wordt afgewenteld, waarbij 19-jarigen hun bijbaantje kunnen vergeten omdat ze voor jongere tieners worden ingeruild en oudere werknemers er al helemaal niet meer in slagen om een volwaardige boterham te verdienen in de supermarktsector.
“Het personeel in de supermarkten heeft tot op heden niets te klagen gehad, want er zijn in de afgelopen jaren mooie CAO’s voor hen gesloten met goede loonsverhogingen”, stelt Hoogstraaten, die namens de werkgevers bij elke CAO-ronde aan de onderhandelingstafel aanschuift. “Daarom zijn de loonkosten ook zo gestegen. Ook andere, niet direct te beïnvloeden kosten, zoals sociale lasten, nemen almaar toe. Daar moet een bedrijfsmodel en een marge tegenover staan, waaruit je dat allemaal als ondernemer kunt financieren.”
De suggestie van de CNV onderschrijft Hoogstraaten dan ook niet. “De conclusie dat het personeel gelijk de klos is, gaat me te ver“, zegt ze. “Maar er zal meer aandacht komen voor arbeidsbesparende innovaties zoals zelfscankassa’s. En er zal goed worden gekeken naar bijzondere uren, zoals de avonduren, die nu nog extra worden beloond. Je kunt je afvragen of dat nog wel klopt.”
“Goede bedrijfsvoering heeft eerlijke prijzen nodig”
Over het effect van de nieuwe prijsstrijd is Hoogstraaten nuchter. “Eerst maar eens afwachten. Het is pas gisteren begonnen. De periode net na de zomervakantie is traditioneel een tijd van prijsconcurrentie. Als de marges dusdanig worden dat er geen ruimte is voor extra’s, dan is dat zo. Kijk ook eens naar het effect op de positie van de ondernemers. De inkomens dalen en ze werken veel meer uren. Voor een goede bedrijfsvoering zijn eerlijke prijzen nodig.”
Ook Op Heij wil op het effect van de nieuwe, door Albert Heijn ontketende prijzenslag geen voorschot nemen. “Ik heb daar nu geen mening over. We zullen het wel merken bij het onderzoek van volgend jaar. Consumenten vinden prijsaanbiedingen heel belangrijk, dus iedereen zal voelen dat er minder wordt verdiend.”
Maar op basis van historische data uit het onderzoek is er volgens de onderzoeker wel een conclusie te trekken. “In de jaren na de eerste ronde van prijsverlagingen in 2003 en 2004 lag de brutomarge en nettowinst aanzienlijk lager“, zegt Op Heij. “In 2005 kwamen die percentages op 20,2 en 1,6 procent uit. In 2012 was de brutomarge 19,6 procent en de netto-winstmarge 1,8 procent.”
De rek is er bij veel ondernemers uit
De brutomarge van de supermarktondernemers staat structureel onder druk en de personeelskosten zijn hoger dan ooit in de metingen van Deloitte, die teruggaan tot 1990. De overige kosten hebben daarentegen nog nooit zo’n laag percentage vertegenwoordigd in de totale kosten. Die bedroegen in 2012 7,2 procent. In 2003 – toen de eerste ronde van de prijzenoorlog uitbrak – was dat nog 10,2 procent.
De rek om op andere posten dan personeelskosten te snijden – en om het rendement overeind te houden – is er bij veel ondernemers dan ook behoorlijk uit. Het doet het ergste vrezen voor de Bedrijfsvergelijking 2013, die Deloitte over een jaar zal presenteren.