De Chinese overheid kondigt een nieuwe reeks sancties aan tegen zijn eigen technologiereuzen. E-commercespelers Alibaba en Tencent delen mee in de klappen.
Stiekeme overnames
De twee krijgen – samen met andere technologiebedrijven – nieuwe boetes opgelegd door de Chinese concurrentiewaakhond. Ze zouden de antimonopolieregels rond het bekendmaken van transacties niet hebben gevolgd. Peking gaf een lijst vrij van 28 transacties – veelal overnames van kleinere bedrijven – die in strijd zijn met de regels.
Vijf van die transacties gebeurden door Alibaba, dat boete krijgt van in totaal 2,5 miljoen yuan (zowat 370.000 euro). Onder andere een recente verhoging van het belang in videostreamingplatform Youku Tudou had Alibaba niet naar behoren bekendgemaakt, vond de mededingingsautoriteit. Tencent, moederbedrijf van WeChat, moet zelfs 6 miljoen yuan (bijna 900.000 euro) ophoesten voor liefst twaalf overnames.
Peking slaat toe
De dwangsommen zijn nu evenwel een pak kleiner dan de megaboete van omgerekend 2,3 miljard euro die Alibaba eind 2020 opgelegd kreeg omwille van “anticoncurrentieel gedrag”. Oprichter Jack Ma had de Chinese regering kort daarvoor tegen zich in het harnas gejaagd door de strenge regelgeving in het land te bekritiseren. Het incident luidde een periode in waarin de overheid zich sterk begon te bemoeien met de machtige technologiespelers in het land, die ze eens mee groot had gemaakt.
Sindsdien is het Alibaba-imperium in stukken gehakt, mogen jongeren nog maar drie uur per week gamen en moeten de techrivalen elkaars apps toelaten, om maar enkele van de maatregelen te noemen. Met de nieuwe reeks sancties zendt Peking vooral het signaal uit dat zijn aandacht niet laat verslappen en de technologiespelers in de pas moeten blijven lopen.