Sinds corona zijn de Nederlandse winkelgebieden nog niet hersteld. Er komen nog steeds beduidend minder bezoekers dan voor de pandemie. Er zijn zelfs amper meer shoppers dan tijdens de coronajaren.
Nauwelijks meer dan tijdens corona
Na de coronapandemie komt het herstel in de winkelstraten maar langzaam op gang. Dat concludeert Locatus uit passantentellingen. De bezoekersaantallen liggen vandaag op slechts 59% van de aantallen uit 2019, voor er sprake was van het coronavirus. Nog altijd 41% minder mensen trekken dus naar de winkelstraten.
Opvallend genoeg is er niet eens zo’n groot verschil met de coronaperiode. Buiten de lockdowns, toen mensen wel mochten gaan winkelen maar met een mondkapje op, lagen de bezoekersaantallen namelijk al gemiddeld op zo’n 55% van de aantallen van 2019. Ten opzichte van vorig jaar ziet Locatus dan ook een toename van slechts 8%.
Grote steden veren wel op
Wel zijn er grote verschillen tussen de locaties. Tijdens de pandemie daalden de bezoekersaantallen in kleine centra slechts met zo’n 10%, aangezien plaatselijke bewoners er hun dagelijkse boodschappen bleven doen. In de grote steden was de daling daarentegen heel groot: in Amsterdam kwamen in 2021 nog maar 40% van de bezoekers ten opzichte van 2019.
Daardoor zijn de grootste centra nu ook de plaatsen die het meest opveren. Zo steeg het bezoekersaantal in Amsterdam met 46% en in Utrecht met 38%. Het sterkste herstel zag Locatus in Breda: het aantal bezoekers steeg daar dit jaar met 54%.
In de eerste helft van 2022 stegen de bestedingen ook met 5%, terwijl de omzetten online met zo’n 10% zakten. Al was die heropleving van korte duur: ING verwacht niet dat de groei in de tweede helft van het jaar doorzet, gezien de energieprijzen, inflatie en economische onzekerheid. Toch een lichtpuntje: vooralsnog vertaalt het zich niet in oplopende leegstandscijfers.