De Duitse discountketen Penny verhoogt tijdelijk de prijzen van negen producten om de verborgen klimaatkost mee in rekening te brengen. Die sensibiliseringsactie levert de retailer echter ook beschuldigingen van greenwashing op.
Milieuvergoeding
Maasdammerkaas is deze week 94% duurder bij Penny, de prijs van mozzarella ging 74% hoger, die van vruchtenyoghurt 31% en ook Weense worst verdubbelt bijna in prijs: in alle 2150 Duitse filialen verhoogt de discountketen fors de prijzen van negen verse producten. Met deze actie rond ‘true pricing’ wil de retailer consumenten informeren over de impact die deze producten hebben op klimaat, water, bodem en gezondheid.
“Wij doen er alles aan om ervoor te zorgen dat u altijd voordelig bij ons koopt. Maar we moeten ook aan morgen denken en willen samen met u iets goeds doen voor het milieu: tot 5 augustus 2023 innen we voor negen van onze producten een milieuvergoeding”, zegt Penny op zijn website. Het bedrijf vroeg de Universiteit van Greifswald en de Technische Hogeschool in Nürnberg om de verborgen ware kost voor elk van de betrokken producten te berekenen.
Greenwashing-project
Het project is een vervolg op een eerdere actie die Penny in 2020 opzette in één Berlijnse winkel. Toen hoefden de klanten die hogere prijzen niet écht te betalen, ze werden enkel in de schappen geafficheerd. Dat is nu anders: de retailer rekent de ware prijzen wel degelijk aan. De meeropbrengst gaat naar een goed doel: de organisatie Zukunftsbauer, die familiale landbouwbedrijven in de Alpen ondersteunt.
Maar heel wat boeren zijn niet opgezet met de actie van de discountketen. “De Penny-campagne rond ware kosten is vooral een greenwashing-project dat op kosten van de boeren wordt uitgevoerd door een discounter, die verder weinig interesse heeft in eerlijke prijzen”, zegt Bernhard Krüsken, secretaris-generaal van de Duitse boerenvereniging.
Fundamentele maatregelen
Consumentenvereniging Foodwatch spreekt van een pure pr-stunt: terwijl Penny voor slechts negen van zijn producten de ware prijzen berekent, blijft de discounter de prijzen immers tot een minimum naar beneden drukken voor andere voedingsmiddelen die het milieu schaden.
Andere consumenten- en milieuorganisaties zijn positiever, maar zien het initiatief slechts als een eerste stap. “De actie in de supermarkt moet gevolgd worden door fundamentele maatregelen. De supermarktketens zijn net zo verantwoordelijk als de federale overheid”, aldus landbouwexpert Matthias Lambrecht van Greenpeace.
De stunt van Penny doet denken aan een test die Albert Heijn eerder dit jaar uitvoerde in Nederland: in drie vestigingen van Albert Heijn To Go konden shoppers er vrijwillig voor kiezen om de werkelijke prijs van een kop koffie te betalen. Ook dat experiment kreeg wat kritiek, met name omwille van het vrijblijvende karakter.