Aldi Nord scoort 2/29
Zo voldoet Aldi Nord aan slechts twee van de 29 duurzaamheidscriteria waarop retailers worden getoetst. Die criteria gaan over inspanningen om de CO2-uitstoot te reduceren, andere milieumaatregelen zoals het verminderen van het gebruik van verpakkingsmaterialen, en de inkoop van mens- en diervriendelijke producten.
De enige twee punten waarop Aldi Nord scoort, zijn de verklaring dat de keten geen vis verkoopt die op de lijst staat van bedreigde diersoorten, en de biologische koffie die Aldi Nord verkoopt onder het Moreno label. Van beide statements levert Aldi Nord echter geen controleerbare informatie.
“Niet concreet, dus niet te controleren”
Dat is het grootste bezwaar van Rank A Brand: “Aldi Nord is nauwelijks transparant in de berichtgeving over hoe eerlijk en klimaat- en milieuvriendelijk het assortiment wordt geproduceerd en aangeboden.” Zusterbedrijf Aldi Süd doet het met 3 uit 29 duurzaamheidscriteria niet veel beter en krijgt daarmee ook een E-waardering in het onderzoek.
De zuidelijke Aldi beweert weliswaar fairtrade artikelen te verkopen, maar slaagt er niet in om de certificeringsinformatie aantoonbaar te maken die deze fairtradestatus bewijst. Ook heeft Aldi Süd maatregelen genomen om de CO2-uitstoot te reduceren, maar vervolgens verzuimt de discounter om de gemeten CO2-emissies van de eigen operatie te publiceren.
“Concrete informatie ontbreekt, dus is het voor consumenten moeilijk te controleren of Aldi Süd vanuit het oogpunt van duurzaamheid is aan te bevelen”, aldus Rank A Brand, dat ook voor Lidl deze beoordeling publiceert. Lidl scoort ook drie uit 29 en krijgt nagenoeg dezelfde commentaren als Aldi Süd: positief zijn enkele energie-efficiënte operaties en de verkoop van producten met keurmerken, maar ook hier ontbreekt weer de benodigde meetbare informatie die dit moeten bewijzen.
Discounter Penny slaagt waar Aldi en Lidl falen
Dat discount en duurzaamheid niet op gespannen voet met elkaar staan, bewijst Penny: deze discountoperatie van de Duitse retailmultinational Rewe scoort positief op 13 van de 29 duurzaamheidscriteria. Daarmee verdient Penny een C, wat neerkomt op de kwalificatie ‘voorwaardelijk aanbevelenswaardig’.
Penny slaagt er immers wel in een concrete klimaatbalans te overleggen, en de keten geeft duidelijk aan hoe en in hoeverre het de CO2-emissies heeft weten te verminderen. Ook rapporteert Penny goed over de hoeveelheid milieugecertificeerde levensmiddelen. Het is duidelijk hoeveel diervriendelijke pluimveeproducten Penny voert, in hoeverre het producten met duurzame soja en palmolie verkoopt en wat het beleid oplevert om papiergebruik te reduceren.
Op deze punten is volgens Rank A Brand wel nog veel meer winst te behalen – bijvoorbeeld als het gaat om diervriendelijk varkens- en rundvlees – vandaar de voorwaardelijke aanbeveling door de onderzoekers voor deze discounter.
Jumbo verduurzamingsleider in Nederland
Ook in Nederland roepen Aldi en Lidl om het hardst hoe duurzaam en verantwoord ze wel niet zijn, en het lukt met name Lidl ook nog om zowaar iets van een duurzaam imago te krijgen. Maar ook in Nederland is het volgens Rank A Brand niet goed gesteld met de mate waarin groene en ethische beloften van de discounters kunnen worden gecontroleerd.
Koplopers in Nederland zijn Eko Plaza en Jumbo, die beiden aan 16 van de 29 duurzaamheidscriteria voldoen. Jumbo slaagt er goed in om zich als verduurzamingsleider te profileren, bijvoorbeeld door de recente aankondiging dat het voor eind 2015 geen plofkipmeer zal verkopen. Dat is een meetbaar criterium waar Rank A Brand in de toekomst scherp op zal letten.