Met 250.000 euro aan bijkomende groeifinanciering wil het Belgische kledingverhuurplatform Dressr zijn duurzame zakenmodel verder uitbreiden.
Marketing en groei
Het project van onderneemster Caroline Baeten wil een duurzaam antwoord zijn op de fastfashionindustrie. Op het gebruiksvriendelijke platform kunnen klanten met een paar kliks kledij bestellen van 45 Belgische merken. De stukken worden binnen één werkdag professioneel gewassen, in herbruikbare verpakking en met een retourlabel bij de klant bezorgd. Huren kan zowel via een abonnementsmodel als voor eenmalige gelegenheden.
Baeten slaagde erin om een diverse groep investeerders aan te trekken, waaronder Trividend Provincie Antwerpen, Hefboom, OYA Seed van Piet Colruyt en ‘business angel‘ Patricia Laureys. Deze investeerders dragen niet alleen financiële middelen bij, maar ook expertise. De onderneemster wil het geld inzetten voor marketing en groei. Dressr blijft actief in België, maar wil hier zijn community verder uitbouwen.
Verhuur wordt even belangrijk als verkoop
“Met het nieuwe kapitaal zijn we vastbesloten om een positieve impact te maken door kledingverhuur een vast onderdeel van de garderobe te maken. Door digitale initiatieven zoals het traceren van de waardeketen van kleding en slimme integratie waarmee merken zelf verhuurdiensten via hun websites kunnen aanbieden, zullen we onze positie als innovator in de Belgische modewereld verder versterken”, zegt Baeten.
Op termijn wordt verhuur even belangrijk als kopen, vertelde de onderneemster vorig jaar aan RetailDetail. Voor merken wordt het dan wel de uitdaging om kledingverhuur rendabel en echt duurzaam te maken – en het niet alleen als marketing te gebruiken. Bij Dressr stellen merken kleding ter beschikking, in ruil krijgen ze een deel van de inkomsten. De samenwerking levert hen echter vooral data op: “In een lineair model ben je je product én de klant kwijt na aankoop. Bij ons komt het kledingstuk en dus de klant sowieso terug.”