Winkeliers genieten weer mee van groei
Non-food en foodretail leveren voor het eerst sinds 2007 een vergelijkbare bijdrage aan de groei. Door de positieve stemming, een daling van de werkloosheid en verbetering van de koopkracht willen en kunnen consumenten weer meer uitgeven in de winkel. Winkeliers profiteren nu sterker dan vorig jaar van de economische groei. De bestedingen nemen geleidelijk toe op de huizenmarkt, maar ook in de winkel of webshop.
Die groei in de detailhandel kwam naar voren in de omzet over januari en februari. Deze was volgens het CBS 0,8% hoger dan een jaar eerder. De verkopen in de detailhandel stegen met bijna 3% en dan vooral in non-foodwinkels met lagere prijzen. Met name drogisten, winkels in woninginrichting en supermarkten begonnen dit jaar goed. De doe-het-zelf branche bleef nog achter.
Webwinkels scoren het best: na een goed laatste kwartaal van 2014 (+12%) behaalde de online verkoop in februari wederom een omzetgroei met dubbele cijfers.
Scherp kiezen noodzaak
Het omzetherstel breidt zich in 2015 uit naar alle branches. Wel blijft voor retailers de vraag hoe onder de streep geld te verdienen in de huidige markt. Scherp kiezen in positionering en assortiment is volgens ING noodzaak, dus retailers moeten zich dus ofwel positioneren als ‘local hero’, ofwel kiezen voor schaalgrootte. Ook moeten ze of voor premium of voor ‘value retailing’ gaan.
Speciaalzaken hebben dan ook stabiliserende verkopen en een licht toenemende omzet door hogere prijzen. Om een al te scherpe prijsafstand met de supermarkt te vorkomen blijft een scherp prijsbeleid niettemin actueel. Er is bovendien sprake van diversificatie: er zijn minder groentezaken en slagers, maar meer viswinkels, winkels met buitenlandse levensmiddelen en specialisten in thee en koffie.
Supermarkten starten veelbelovend
Supermarkten startten dit jaar goed met een omzetstijging van ruim 2,5% in januari en februari. Die groei komt door hogere volumes bij een gelijkblijvende prijs. Naar verwachting groeit de omzet over het hele jaar met 1,8% tot 34,5 miljard euro en in 2016 met 1,5%. Dat komt in eerste instantie door stijgende verkopen, maar volgend jaar dragen zowel prijs als volume bij.
Door de consolidatie en voortschrijdende technologie krijgen ook nieuwe partijen voet aan de grond, zoals online boodschappendiensten, speciaal- en dumpsupers, non-fooddiscounters en leveranciers van maaltijdboxen.
Daarnaast lijkt de brede maatschappelijke aandacht voor voeding zijn vruchten af te werpen. Juist de speciaalzaak zou volgens ING het best in staat moeten zijn om als eerste op veranderende consumentenwensen in te spelen. Het kennen van de klant is immers een randvoorwaarde om de juiste niches te vinden, zoals bijvoorbeeld biologisch. Door de toegenomen vraag naar biologische producten bieden ook supermarkten hierin overigens een breder en dieper assortiment.
Non-food: woninginrichting en persoonlijke verzorging scoren
Non-food retail kent een omzetstijging van in totaal 1,3%. Echter, terwijl woninginrichting en persoonlijke verzorging hogere omzetten noteren, hebben schoenen en doe-het-zelf te maken met krimp. In consumentenelektronica en kleding is de omzet redelijk stabiel.
Ook zijn er duidelijke verschillen in volume en prijs: de hoeveelheid verkochte non-food goederen nam in de eerste twee maanden met 3,3% toe, prijzen, daarentegen, daalden gemiddeld met 1,9%. Voor dit jaar verwacht ING een omzetstijging van 1,5%. Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met een zwakkere euro. Vanwege duurdere import kunnen bepaalde non-foodproducten in de loop van het jaar in prijs stijgen.
Fashion blijft achter
De fashion branche merkt echter nog maar weinig van het herstel: winkels in kleding zagen de omzet vrijwel gelijk blijven (-0,3%), wel steeg het volume +3%). De omzet van winkels in schoenen daalde sterk (-3,3%). De eerste kwartaalcijfers van brancheorganisatie INretail, inclusief de tegenvallende maand maart, waren eveneens nog negatief: kleding -2,4% en schoenen -7,5%.
Toch zullen de positieve economische ontwikkelingen in de komende maanden de branche volgens ING Economisch Bureau op weg helpen. Voor zowel kleding- als schoenenwinkels wordt voor geheel 2015 een lichte (+1%) omzetgroei verwacht. Volgend jaar zet deze groei door met eveneens +1%.
Die lichte groei impliceert weliswaar ook dat de strijd om de consument in fashion onverminderd hard blijft: fast-fashion breidt de dominantie uit en partijen die zich in dit geweld niet kunnen onderscheiden hebben het moeilijk. De zwakke euro kan daarnaast via hogere inkoopprijzen de marges verder onder druk zetten.
Huizenmarkt stimuleert woninginrichting
Winkels in woninginrichting profiteren van de betere huizenmarkt met een forse omzetgroei (+3,6%). INretail, die in de cijfers ook de omzet van keukenretailers en parketzaken meeneemt, ziet zelfs een ware ‘boom’ in de markt met +11,1%.
Doe-het-zelf winkels ondervinden nochtans tegenslag: hun omzet daalde in de eerste twee maanden met 4,3%. Dit komt deels door de goede start die doe-het-zelf vorig jaar maakte, maar de daling blijft opmerkelijk. De komende maanden zal ook blijken in hoeverre het einde van de verlaagde btw op verbouwingen van invloed is op de doe-het-zelfmarkt.
Over geheel 2015 is de verwachting dat doe-het-zelf toch moet kunnen profiteren van betere marktomstandigheden en uiteindelijk een stabiel jaar zal hebben (omzet +0%). Volgend jaar zal doe-het-zelf zelfs weer groeien (+2%). In woninginrichting ligt de verwachte omzetstijging dit jaar op 2,5% en in 2016 op 2%.
Het volledige rapport is te lezen en downloaden via de website van ING Economisch Bureau.