L’Oréal zag zijn omzet met bijna een tiende stijgen in het eerste kwartaal. In de luxe- en reissegmenten is er een opvallende vertraging, maar die wordt gecompenseerd door de massamerken.
Geen Chinese comeback
Op vergelijkbare basis rapporteert L’Oréal een omzetstijging van 9,4% in het kwartaal tot eind maart, goed voor 11,24 miljard euro. De groep boven merken als Maybelline en Elsève overtrof daarmee de verwachtingen van analisten, die een grote terugval in de Verenigde Staten en China – ‘s werelds grootste beautymarkten – vreesden.
De luxemerken deden het inderdaad niet al te best (+1,8%), ondanks het feit dat L’Oréal pas vorig jaar Aesop overnam. Vooral in China veert de verkoop niet op zoals verwacht, geeft de holding toe, al doet L’Oréal het met 6,2% groei nog steeds beter dan het marktgemiddelde van 1%. In de ‘travel retail’ treedt China dan weer op tegen het fenomeen van “daigou”; Chinezen die in het buitenland voordeliger luxeartikelen halen om ze dan in China door te verkopen.
De vrees voor een Amerikaanse terugval blijkt (nog) onterecht, want de omzet steeg zowel in Noord-Amerika als in Europa met meer dan 12%. De massamerken van de groep, zoals L’Oréal Paris en Elsève, zijn goed voor meer dan een derde van de omzet en groeiden met 11,1% op vergelijkbare basis. De snelgroeiende divisie met dermatologische producten, waaronder La Roche-Posay en CeraVe, groeide zelfs met 21,9%.