Rusland weigert AB InBev te laten vertrekken. De brouwerijreus wil er zijn activiteiten aan de lokale partner verkopen, maar botst op een Russische njet.
Exitplan mislukt
Na de inval van Rusland in Oekraïne was AB InBev één van de vele multinationals die – onder internationale druk – koos om het land te verlaten. Eind vorig jaar bedacht de Leuvense biergigant een manier om dat te doen, zonder al te veel op het spel te zetten: AB InBev zou zijn helft in de Russische (en Oekraïense) joint venture verkopen aan zijn Turkse partner Anadolu Efes.
Volgens de deal hoefde Anadolu Efes op dit moment niks te betalen voor de overname, maar konden er in de toekomst vergoedingen volgen als de zaken weer beter gaan. AB InBev deed immers al een afboeking van een miljard euro op de Russische activiteiten en haalde uit ethische overwegingen geen opbrengsten meer uit het land.
Toch laat Rusland AB InBev nog niet los: de autoriteiten daar weigeren hun goedkeuring te verlenen aan de deal. Bijgevolg veranderen de plannen en zal AB InBev in Rusland blijven opereren, maar onder de leiding van het management van Anadolu Efes. Op die manier ontsnappen de brouwerijen – alvast voorlopig – aan het lot van Carlsberg, dat waarvan de lokale tak prompt genationaliseerd werd toen de brouwer die wilde verkopen.