Bij LVMH, ’s werelds grootste luxeconcern, daalde de omzet vorig kwartaal. Wereldwijd is de vraag naar luxe tanende, maar vooral in China en Japan kampt de Vuitton-moeder met een zwakkere markt.
Geen koopjes meer
De Japanse yen herstelt na een historische dip, en dat breekt LVMH meteen zuur op. Door de lage yen trokken vooral Chinezen massaal naar Japan om er “koopjes” te doen, maar nu droogt ook die bron op. In China zelf is de vraag immers nog verder verzwakt. Niet alleen kleding en accessoires gaan er moeilijker over de toonbank, zelfs Hennessy-cognac loopt er minder vlot naar binnen. En dat is nog zonder de importheffing van liefst 35% die de Chinese overheid straks aan Franse cognac oplegt.
De omzet klokte in het derde kwartaal af op 19,08 miljard euro, 4,4% minder dan een jaar geleden en minder dan de 19,94 miljard euro die analisten hadden verwacht. Vooral de afdeling mode en lederwaren, traditioneel de sterkhouder van de groep, zat in de hoek waar de klappen vielen: de autonome omzet daalde met 5% naar 9,15 miljard euro, terwijl de divisie met merken als Louis Vuitton en Dior in de eerste jaarhelft nog 1% groei kende. De afdeling wijn en sterkedrank kromp zelfs met 7%, maar dat was al minder dan in de eerste helft van het jaar.
LVMH was als sponsor van de Olympische in Parijs deze zomer nochtans sterk zichtbaar. Heeft die investering, waartoe topman Bernard Arnault zich naar verluidt met enige tegenzin door zijn kinderen liet overhalen, dan niks opgebracht? De merken hebben wel aan marktaandeel gewonnen, aldus het concern.