De stemming onder de Nederlandse consumenten staat zowat in het zenit: de barometer van hun vertrouwen is in oktober gestegen naar zijn hoogste peil in ruim negen jaar.
Ruim boven gemiddelde
In oktober steeg de barometer van het consumentenvertrouwen van de CBS met 4 punten tot 12. Dat houdt in dat er nu al 12% meer optimisten dan pessimisten zijn, meteen de beste score sinds augustus 2007. De vooruitgang is vooral het gevolg van de sterk toegenomen koopbereidheid, omdat de consumenten hun financiële situatie zien beter worden. Verder oordelen ze iets positiever over het economisch klimaat.
De huidige score ligt ook ruim boven het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar, dat op -8 staat. Het dieptepunt werd bereikt in februari 2013, toen de indicator tot -44 zakte. Het toppunt van +27 dateert van april 2000.
Consument geeft meer uit
Intussen blijkt ook dat de Nederlandse consumenten in augustus 1,0% meer uitgaven dan in dezelfde maand van 2015. Vooral de dienstensector profiteerde daarvan: hier bedroeg de stijging 1,6%. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen uit. Daarnaast hebben de consumenten 0,4% meer besteed aan voedings- en genotmiddelen. Aan duurzame goederen ten slotte werd ongeveer hetzelfde gespendeerd als een jaar eerder.
Winkels voor woninginrichting noteerden met ruim 9% niettemin de sterkste omzetgroei en ook de omzet van doe-het-zelfzaken was flink hoger. Verder konden winkels in bovenkleding en drogisterijen meer omzet noteren dan een jaar eerder. De verkopen in winkels in consumentenelektronica kwamen daarentegen ongeveer 7% lager uit dan een jaar eerder. De daling bij de fysieke winkels is onder andere te wijten aan faillissementen en hevige concurrentie van webwinkels.
De retailers mogen een verdere verbetering verwachten. Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie in oktober nog gunstiger dan in augustus en september.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek bevraagt elke maand de Nederlandse bevolking over hun oordeel met betrekking tot het algemene economische klimaat en hun koopbereidheid. Vervolgens worden de positieve scores verminderd met de negatieve.