De strijd om de laagste bezorgkosten richting consument – met name tussen Amazon en Walmart – staat hoog op de agenda in de Verenigde Staten. “Standaardisatie van pakketlabels is in de VS ook een thema. Wel is men daar nog niet zo ver als in Europa.”
De rol van Amazon
Frits van den Bos, innovatiemanager bij GS1 Nederland, reisde in maart naar de Verenigde Staten voor de Home Delivery-conference in Atlanta en zijn collega’s van GS1 Global en GS1 USA in Princeton. Doel van zijn bezoek was onder meer om de laatste ontwikkelingen op het gebied van de online retailers te volgen en de implicaties hiervan voor standaardisatie (o.a. van pakketlabels) in kaart te brengen.
Amazon en Walmart zijn verwikkeld in een strijd om de laagste bezorgkosten. Zo kunnen Amazon Premium-leden al voor 25 dollar aan bestellingen hun spullen gratis thuisbezorgd krijgen. Standaardisatie van pakketlabels speelt een rol om bezorgkosten te verlagen. Is dit een thema in de VS?
“Nee, opvallend genoeg niet. Op gebied van online retail is de VS een voorloper. De standaardisatie van de ‘last mile’, waarvoor je uniforme pakketlabels nodig hebt, staat in de VS juist in de kinderschoenen. Dat heeft wellicht te maken met het feit dat Amazon eigen standaarden hanteert. Het is duidelijk dat deze speler de belevering richting consument helemaal zelf wil uitvoeren met eigen robots, sorteercentra, vliegtuigen, vliegvelden en in de toekomst drones en zelfrijdende auto’s. Niettemin ziet Amazon ook de voordelen van gestandaardiseerde labels. Het maakt al gebruik van SSCC-labels (Serial Shipping Container Codes) en hanteert daarnaast nog wel haar eigen shippingcodes. Het is dubbelop, maar het illustreert wel dat Amazon de waarde van het gebruik van standaarden inziet en niet het wiel op elk gebied zelf uit wil vinden.”
Efficiënter bezorgen
GS1 heeft in Europa dus een voorsprong op het gebied van standaardisatie van pakketlabels. Was er interesse vanuit de Amerikaanse sector voor dit initiatief?
“Zeker! Uiteindelijk leidt deze standaardisatie tot een efficiëntere bezorging en afhandeling van retourstromen. Immers, de interoperabiliteit tussen verschillende transporteurs wordt groter. Zo hoeven consumenten hun producten die ze willen retourneren, niet noodzakelijk bij de oorspronkelijke transporteur in te leveren. Ze kunnen dat doen bij het dichtstbijzijnde innamepunt, bijvoorbeeld een outlet van een supermarktketen of een postagentschap. Kortom, lagere kosten tegen een hoger servicelevel, dat spreekt vooral de kleinere commerciële partijen aan. Vooral als zij willen concurreren op gebied van online commerce met giganten als Amazon of Walmart.”
Als we de competitie tussen Amazon en Walmart bekijken zijn bezorgkosten top of mind in de VS. Geldt dat ook voor Europa of komt deze golf nog richting ons continent?
“Daar kun je op wachten. In de VS zijn online retailers kritischer op bezorgkosten. Met enige regelmaat worden geldende afspraken tegen het licht gehouden of het niet goedkoper kan. In Europa, waar online commerce nog een groeispurt moet krijgen, zal de concurrentie tussen transporteurs alleen maar toenemen. We zien nu al dat het aanbod toeneemt, waarbij de concurrentie ook uit onvoorziene hoek kan komen. Kijk maar hoe een Uber de taxibranche op zijn grondvesten heeft doen schudden.”
Een groter aanbod van bezorgdiensten, een groei van online retail: Het is maar goed dat er binnenkort in Europa een gestandaardiseerd pakketlabel beschikbaar komt.
“Klopt. In juni komt dit beschikbaar. Het is nog niet operationeel. We gaan eerst tests houden om te testen hoe het pakketlabel in de praktijk werkt. Daarvoor zijn we in gesprek met verschillende partijen, zoals retailers, bezorgdiensten en leveranciers. Van belang is dat de communicatie over pakketlabels tussen de verschillende schakels in de keten goed én op een gestandaardiseerde manier verloopt.”