Ahold Delhaize krijgt er flink van langs in de Nederlandse media, en dan specifiek De Volkskrant, voor de manier waarop het bedrijf zijn dominante marktpositie zou aanwenden. Daarbij voert de krant, weliswaar zonder harde bewijzen te kunnen voorleggen, aan dat Ahold Delhaize daarbij “de grenzen opzoekt”. De supermarktgroep spreekt van een “onjuist beeld”, maar zit nu wel met een perceptieprobleem.
Sleutelrol voor Saskia Egas Reparaz
De Volkskrant legt zijn puzzel op basis van een aantal individuele dossiers. Daarbij staat vooral de kwestie rond de overstap van Etos-directeur Saskia Egas Reparaz naar Hema centraal: die werd aanvankelijk gedwarsboomd door de top van Ahold Delhaize op basis van een concurrentiebeding in het contract van Egas Reparaz. Finaal bereikten alle partijen een compromis dat Egas Reparaz toelaat om in juni te starten bij Hema.
De Volkskrant kadert dat dossier in een bredere constructie. Hema is deels in handen van Jumbo, een van de grote concurrenten van Ahold Delhaize. De krant doet het verhaal hoe Ahold Delhaize pas in een heel laat stadium uit de race stapte om Hema over te nemen – waarbij Egas Reparaz intern naar verluidt ook al werd gezien als de persoon om Hema te gaan leiden. Dat finaal Jumbo met Hema aan de haal ging, zou het besef bij Ahold Delhaize hebben doen toenemen dat het snelgroeiende Jumbo een te duchten concurrent is, die een halt moest toegeroepen worden.
Iedereen “spijkerhard”
Een ander verhaal dat De Volkskrant aanhaalt als voorbeeld van de brutale manier waarop Ahold Delhaize zijn marktdominantie zou laten gelden, draait rond een van de leveranciers. Het gaat om de Nederlandse kruidenfabrikant Euroma, die uit het assortiment van Albert Heijn dreigt te vallen. De Volkskrant linkt dat aan de eigenaar van Euroma: het investeringsfonds Parcom is immers eigenaar van de andere helft van Hema. Opnieuw wordt het beeld geschetst van de Ahold Delhaize-top die in zijn afrekening rond die gemiste deal niet omkijkt naar enige “collateral damage”.
De Volkskrant maakt nergens hard dat Ahold Delhaize formeel over de schreef gaat. De krant citeert onder meer retaildeskundige Rupert Parker Brady, die aanstipt dat iedereen in de sector zich “spijkerhard” opstelt – maar dat Ahold Delhaize vanwege zijn marktpositie wel wat verder kan gaan en “daarbij de grenzen opzoekt”. Ook andere voorbeelden, zoals nieuwe contractvoorwaarden voor leveranciers, worden door sectorspecialisten beschouwd als – en we parafraseren hier – te verantwoorden maar aan de strenge kant.
Geen harde bewijzen
Het is moeilijk te zeggen of De Volkskrant op de juiste manier de verschillende verhalen aan elkaar linkt. De krant deed zeker haar huiswerk, en maakt melding van “gesprekken met meer dan twintig personen”, die evenwel anoniem blijven omdat die hun relatie met Ahold Delhaize niet op het spel willen zetten. Dat maakt het moeilijk om een en ander te verifiëren.
De krant citeert op het einde van het artikel ook de reactie van Ahold Delhaize zelf. Die laat weten “het onterecht te vinden dat deze berichten zo aan elkaar geknoopt worden, en dat daarmee een onjuist beeld geschetst wordt”.
De vraag is nu vooral of en hoe Ahold Delhaize dat beeld gekeerd krijgt. Het mag duidelijk zijn: Ahold Delhaize is geen liefdadigheidsinstelling, en er is niets mis met het aanwenden van een dominante marktpositie die je eigen verdienste is. Het spel moet wel eerlijk gespeeld worden, maar op dit moment zijn er geen harde bewijzen dat hier sprake is van machtsmisbruik.