Alle beloftes over een ’tariefvrij’ handelsakkoord tussen de EU en het VK ten spijt, blijkt de brexit zware gevolgen te hebben voor Britse webshops met klanten op het Europese vasteland. Die klanten letten best op: de douane- en invoerkosten kunnen soms duurder uitvallen dan de bestelling zelf.
Opletten voor de kleine lettertjes
Cartoonist Lectrr, echte naam Steven Degryse, bond de kat de bel aan op Twitter. Hij keek plots aan tegen 47 euro importkosten op een pakje ter waarde van omgerekend zowat 90 euro, afkomstig uit het VK. Het topje van de ijsberg van ontevreden klanten die plots een extra factuur gepresenteerd kregen door hun pakjesbezorger.
In principe geldt er een nultarief op goederen die na de brexit het Kanaal oversteken. Dat was een van de ronkende beloftes van de Britse premier Boris Johnson. Maar zoals wel vaker is het opletten geblazen voor de kleine lettertjes. Dat nultarief geldt immers enkel voor producten van echt Britse ‘oorsprong’. Als een te groot deel van het product al ‘af’ was buiten het VK alvorens het door de Britse verkoper werd verpakt, slaat de tariefmachine alsnog aan.
Derde land
Francis Adyns, woordvoerder van de FOD Financiën, licht een en ander toe in De Standaard. “Het VK is voor ons per 1 januari een derde land geworden, zoals de VS of China”, zegt hij. Concreet betekent dit dat er invoerrechten moeten betaald worden wanneer de waarde van een pakket boven 150 euro uitkomt.
Hoe komt het dan dat Lectrr 47 euro moest betalen op zijn pakketje ter waarde van 80 pond of zo’n 90 euro? Daar wringt het schoentje bij de pakjesdienst. Die moet sinds de brexit heel wat meer administratieve rompslomp doorploegen. Een extra kost, die wordt doorgerekend aan de klant.
De boodschap voor de klanten is duidelijk: kijk goed na wat de bijkomende kosten zijn wanneer je iets bestelt in een Britse webshop. Die webshops zelf zitten intussen met de handen in het haar. De Standaard citeert een kleine Schotse webwinkel, Instrmnt. Die zit helemaal tussen hamer en aambeeld. Niet alleen moeten zijn klanten op het Europese continent extra betalen; zijn productie zit ook buiten het VK. Gevolg: oprichter Ross Baynham kijkt aan tegen een verdrievoudiging van zijn leveringskosten.
Britse winkel, Europees depot?
Een oplossing voor het probleem lijkt zich niet meteen aan te dienen. Enkele weken geleden doken absurde verhalen op van Britse kmo’s die bij hun ministerie van Internationale Handel het advies hadden gekregen om een nieuw bedrijf op te richten in de EU om het probleem te omzeilen. Niet alleen werd dat advies later door hogere instanties van tafel geveegd, het is ook geen oplossing. Invoerrechten en douane kijken naar de goederenstroom, niet naar de juridische zetel van het bedrijf.
En dus lijkt de enige uitweg erin te bestaan om de goederen bestemd voor klanten in de EU maximaal binnen de EU te houden, in de vorm van een warenhuis op het vasteland. Een opportuniteit die bijvoorbeeld het Nederlandse Kolibri Logistiek probeert aan te grijpen. Die zou, volgens woordvoerder René Gouw, op die manier al enkele ‘juweeltjes’ binnengehaald hebben.