Steeds meer Chinezen bestellen goederen bij een ‘personal shopper’ (een zogeheten daigou) in het buitenland. De overheid probeert een antwoord te vinden op deze vorm van parallelimport.
Ontwijking van invoerrechten
‘Daigou’ noemen de Chinezen het. Vertaald komt dat neer op ‘Bestellen voor rekening van iemand anders’. Daarbij geven de Chinezen via het internet een koopopdracht aan een ‘personal shopper’ in het buitenland, die hen de gekochte goederen vervolgens toestuurt. Op die manier proberen ze de hoge invoerrechten voor buitenlandse luxeproducten in eigen land te ontwijken.
Volgens marktonderzoeker Bain kochten de Chinezen vorig jaar al zowat de helft van hun luxegoederen in het buitenland, in de eerste maanden van 2015 zou dit al opgelopen zijn tot circa 70%. Met een sterkere yuan is hun koopkracht immers nog gestegen. De belangrijkste koopbestemmingen voor de Chinezen zijn Korea en Japan, zo schrijft het Financieel Dagblad.
De aankoop in het buitenland verloopt op diverse manieren. De eerste is via toeristen die na hun koopreis diverse spullen meebrengen, maar in toenemende mate worden nu ook personal shoppers ingezet.
Tweedehands wordt als nieuw verkocht
Het favoriete product van de daigou-handel is cosmetica. Daarna volgen lederwaren, uurwerken en juwelen. Het consultancybedrijf Bain schat de totale waarde van de buitenlandse aankopen via een daigou-agent op 55 à 75 miljard renminbi of omgerekend zowat 8 miljard euro à 11 miljard euro in 2014.
Een aantal marktwaarnemers schrijven de bloei van de handel in tweedehands luxeartikelen trouwens toe aan daigou. Ze worden in Europa met korting gekocht en verhuizen vervolgens naar China om daar als nieuw te worden doorverkocht.
China probeert antwoord te vinden
De Chinese overheid probeert intussen een antwoord te vinden op dit toenemende gebruik. Begin juni werden alvast invoerheffingen op een aantal buitenlandse producten verlaagd. Zo gingen de taksen op de invoer van cosmetica van 5 procent naar 2 procent. Die op luiers werd van 7,5 procent naar 2 procent bijgeknipt. Voorts werd ook de invoer van onder meer kostuums goedkoper.
Bovendien deden ook de merkfabrikanten zoals Estée Lauder en L’Oreal een inspanning, door bijkomend hun prijzen te verlagen. Op die manier proberen ze de parallelimport te ontmoedigen. Ook zouden er meer taksvrije zones komen.
De vraag is echter of dit zal volstaan. Zelfs na de taksverlaging blijft de parallelimport immers lucratief. Vermogende Chinezen hechten bovendien belang aan status: een product uit het buitenland geeft extra cachet en aan buitenlandse goederen wordt een hogere kwaliteit toegedicht.