Aan de sterke verbetering van het consumentenvertrouwen kwam deze zomer een abrupt einde. In oktober 2013 stond de barometer van het Centraal Bureau voor de Statistiek nog op -23 punten, wat inhield dat er op dat moment 23% meer pessimisten dan optimisten waren. In juni 2014 was de aanwijzer al teruggevallen tot -2 punten, maar toen stokte de motor. In juli bleef de score op -2 punten om vervolgens in augustus naar -6 punten en in september naar -7 punten te zakken. Het sputteren hangt wellicht samen met de gespannen internationale situatie.
De huidige situatie van -7 ligt niettemin nog altijd iets boven het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar, dat op -8 staat. Het dieptepunt werd bereikt in februari 2013, toen de aanwijzer op -44 punten belandde. De beste situatie ooit – 27 procent meer optimisten dan pessimisten – werd dan weer in april 2000 opgetekend.
Nederlanders zijn vooral negatief over het economisch klimaat. In juli stond deze deelbarometer nog op 11 punten positief, maar in augustus zakte hij naar 3 punten en in september gleed hij zelfs verder af tot -2 punten, wat betekent dat er voor het eerst in zes maanden weer meer pessimisten dan optimisten zijn.
Daling werkloosheid toch gunstig voor koopbereidheid
Door die minder gunstige inschatting van de economische toestand zijn de consumenten ook iets somberder geworden over hun persoonlijke financiële mogelijkheden voor de komende twaalf maanden, terwijl ze net iets minder negatief waren over hun draagkracht voor het voorbije jaar. Daardoor vinden ze de tijd toch wat minder ongunstig dan in augustus voor het doen van grote aankopen, zoals wasmachines en televisies.
Dat de koopbereidheid ondanks de verslechtering van het consumentenvertrouwen iets hoger ligt, heeft vooral te maken met de evolutie van de werkloosheid. Die is in augustus teruggelopen, al blijft die met 8% van de beroepsbevolking nog hoog.