Het Nederlandse consumentenvertrouwen is er in augustus 2016 licht op vooruitgegaan, nadat er in juli nog een scherpe daling werd vastgesteld. Dat komt vooral omdat de consumenten positiever zijn geworden over het economische klimaat.
Optimisten blijven pessimisten domineren
In juli kende de barometer van het consumentenvertrouwen, die maandelijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt opgesteld, nog een terugval van 5 punten naar 1 punt. Dat betekent dat er nog slechts 1 procent meer optimisten dan pessimisten waren. De daling werd toegeschreven aan de vrees voor de gevolgen van de Brexit.
In augustus ebde de vrees wat weg en veerde de barometer op van 1 punt naar 2 punten: de optimisten domineren dus de pessimisten met 2 procent. Dat is ruim boven het gemiddelde over de afgelopen twintig jaar, dat op -8 punten of een ruime dominantie van de pessimisten staat. In april 2000 bereikte het consumentenvertrouwen zijn hoogste stand ooit (+27), het dieptepunt werd bereikt in februari 2013 (-44).
De vooruitgang is het gevolg van gunstigere vooruitzichten voor de algemene economische situatie in het komende jaar. Het oordeel over de voorbije twaalf maanden veranderde niet. Daardoor vinden de consumenten de tijd ook gunstiger voor het doen van grote aankopen. Toch blijkt dat de consumenten in juni 0,8% meer geld uitgaven dan in dezelfde maand vorig jaar. Vooral duurzame goederen en diensten zoals woninginrichting en huishoudelijke apparaten lagen beter in de markt. Aan voedings- en genotsmiddelen werd dan weer minder besteed.