Ondanks verzet van een groep Nederlandse institutionele beleggers zijn de nieuwe bonusregels voor de top van het supermarktconcern Ahold Delhaize door de aandeelhouders toch goedgekeurd.
Vrees voor hogere salarissen en minder duurzaamheid
Het was de grote pensioenbelegger APG die de kat de bel had aangebonden en die tijdens de aandeelhoudersvergadering van woensdag het verzet aanvoerde, zo bericht de Nederlandse zakenkrant FD. APG had twee fundamentele bezwaren tegen de nieuwe bonusaanpak.
Ahold Delhaize kwam met een nieuwe benchmark van bedrijven waarmee het voortaan de inkomens van zijn toplui wil vergelijken. In de nieuwe lijst bleek de kleinere dataleverancier Relx vervangen door het veel grotere bierconcern AB InBev. APG vreest dat dit op termijn zal leiden tot hogere salarissen. Maar de voorzitter van het remuneratiecomité van Ahold Delhaize, Bill McEwan (foto), weerlegde dat: volgens hem is voor AB InBev gekozen omdat de activiteiten van een bierproducent dichter aanleunen bij die van het supermarktconcern en is het dus “niet bedoeld om het loon van de top te verhogen”.
Voorts hekelde APG ook een passage in de nieuwe regeling waaruit zou blijken dat financiële doelen bij het bepalen van de bonussen zwaarder zullen doorwegen dan duurzaamheidsdoelen. McEwan hield vol dat duurzaamheid juist belangrijker wordt, terwijl APG met eerdere jaarverslagen zwaaide waaruit blijkt dat “niet-financiële doelen” voor 20% meetelden, terwijl die in het nieuwe plan zijn teruggebracht tot 15%.
Ondanks de kritiek kreeg de nieuwe bonusregeling uiteindelijk toch groen licht: 92% van het aandelenkapitaal stemde voor.