De helft van de panden van het failliete V&D heeft een jaar na het faillissement nog altijd geen nieuwe huurder gevonden. Een aantal panden worden wel tijdelijk ingevuld, maar sommige staan gewoon leeg.
Te groot of in te kleine steden
Toen V&D het faillissement aanvroeg, rees al snel de vraag hoe veel van die vrijgekomen 350.000 m² winkeloppervlakte opnieuw zou kunnen worden ingevuld. Het gaat immers over grote winkelpanden op A-locaties in verschillende grote en kleine steden.
Bij de meeste panden die al een nieuwe huurder hebben, is de overnemer het Canadese Hudson’s Bay. Daarnaast hebben ook ketens als H&M, Zara en het Nederlandse Topshelf één of meerdere winkels van V&D, of een deel ervan, overgenomen. Andere locaties worden dan weer tijdelijk ingenomen door outletfilialen, pop-upwinkelss of andere creatieve invullingen. Zo is er in Sittard momenteel een expositie rond Toon Hermans te vinden in het oude filiaal van V&D. In Hilversum, Hoorn, Rijswijk, Goes en Gorinchem staan de panden gewoon leeg en is er geen plan voor de toekomst.
De panden die nog geen nieuwe huurder hebben gevonden, kampen met een aantal problemen. In sommige steden was er al sprake van grote leegstand, zoals in Assen en Weert, waardoor er sprake is van overaanbod. Voor andere gebieden hebben grote ketens dan weer weinig interesse. “Winkelgebieden zijn compacter geworden. Grote internationale retailers zeggen sneller: deze plek is voor ons te klein”, zegt Jeroen Lokerse, directeur van vastgoedadviseur Cushman & Wakefield, aan NRC.