Retailers hebben vandaag andere ruimtes nodig dan tien jaar geleden. De coronapandemie heeft die evolutie nog versneld: “Het is tijd om winkelinterieurs in vraag te stellen”, zegt Jan Geysen van PUUR Interieurarchitecten.
Winkel krijgt digitale laag
“Het kaf wordt nu van het koren gescheiden. Zwakkere winkelconcepten krijgen het moeilijk”, ziet architect Jan Geysen. “Zonder beleving blijft een concept hol, en consumenten aanvaarden dat niet meer: elke retailer moet goed kijken naar zijn DNA. Beleving wordt even belangrijk als het aanbieden van producten. Tijdens de gezondheidscrisis is bovendien duidelijk geworden dat het verhaal van de fysieke winkels samengaat met het online verhaal. De winkel krijgt een digitale laag, die niet noodzakelijk heel zichtbaar is maar wel ondersteunt. Het is tijd om winkelinterieurs in vraag te stellen. De winkelstraat zal veranderen, ze verdraagt geen magazijnen meer.”
Hij verwijst naar de winkelruimtes van Apple, een merk waarvoor fysieke winkels niet eens zo belangrijk zijn qua verkoop. “We merken in alle interieurs dat het verandert. Er zijn vandaag andere ruimtes nodig dan tien jaar geleden. Dat geldt ook voor werkplekken: werken doe je thuis, kantoren worden aantrekkelijke ontmoetingsplaatsen. We ontwierpen het Brussels kantoor van Google: niet hightech qua look, wel menselijk. Technologie ondersteunt.”
Op zoek naar de ideale winkel
In 2011 tekende PUUR de inrichting van de Antwerpse conceptstore Moose in the City. Vorig jaar kwam de vraag om de winkel een nieuwe look en indeling geven. “Van een Scandinavische conceptwinkel wilden ondernemers Jan Van Hoof en Patrick Lathouwers de focus verschuiven naar duurzaamheid, voor consumenten met een bewuste levensstijl. Wat doe je dan met het interieur dat je tien jaar eerder had ontworpen? Alles weggooien was geen optie.”
Zo’n opdracht start met een grondige analyse. “Een fase die voor ons heel belangrijk is. Een lijn op papier zetten is makkelijk, maar de juiste lijn op papier zetten vergt studie. We gaan graag in dialoog, we hebben input nodig. Retailers weten goed wat ze aan het doen zijn, maar niet altijd hoe ze dat moeten brengen. Dus gaan we samen op zoek naar de ideale winkel voor die specifieke retailer. Naar een ruimtelijk ontwerp dat zijn visie ondersteunt, en waarin de mensen goed kunnen werken. Want de eindgebruikers van een winkel zijn zowel de consumenten als de medewerkers. Als beide groepen zich er goed bij voelen, kan je zeggen dat de winkel werkt.”
Circulair denken
Bij het ontwerp van de nieuwe winkel bekeken PUUR en Moose in the City alles door een duurzame bril: “Elke beslissing over materialen of energie moesten we dubbelchecken op duurzaam vlak. Dat was een bijzondere oefening. We willen niet pretenderen dat we de duurzaamste winkel ooit hebben ontworpen, maar we hebben wel moeite gedaan om circulair en duurzaam na te denken. Als designers moeten we dat in de toekomst meenemen: materialen worden duurder, de voetafdruk van de winkels moet kleiner. Bij Moose in the City resulteerde dan in een boeiend hedendaags interieur zonder al te uitgesproken groene look.”
Na tien jaar is het gezond je concept te vernieuwen, denkt Geysen. “In 2011 was Moose in the City trendsetter met de Scandinavische stijl, nu zijn ze bij de eersten die vol gaan voor een duurzame aanpak.” Hoe Jan Geysen bij PUUR Interieurarchitecten winkelinterieurs ontwerpt die functionele vereisten verzoenen met conceptuele ambities, daarover vertelt hij meer op het RetailDetail Design Congress op 22 april, een coronaveilig livestreamevent met verder ook Katelijn Quartier van UHasselt, Katleen Troosters van Light Gallery en Tim Gielen van Wave of Engagement. Via deze link vind je meer informatie over het programma en kan je tickets bestellen.