Differentiatie is het sleutelwoord in de eerste Belgische vestiging die Monoprix donderdagochtend opende in Waterloo. De lokale franchisepartner ziet potentieel voor zeker tien locaties de komende jaren.
Verrassende combinatie
Wanneer je bij Monoprix in Waterloo binnenstapt, tref je rechts het aanbod verse en gemaksvoeding – met onder andere een mooie kaas- en charcuterietoonbank – en links de damesmode en lingerie. Een wat verrassende combinatie, maar wel typisch voor de Franse retailer: “Alles onder één dak is de kern van het concept bij Monoprix: de formule focust op voeding, mode, verzorging en decoratie. Voor België is dat inderdaad uitzonderlijk. We concurreren dus eigenlijk zowel met Zara en met Maisons du Monde als met Delhaize”, zegt Arnaud Schockaert van de Belgische franchisepartner Transversale, die tot nu toe vooral als mode-agentuur actief was maar zich wil diversifiëren.
Schockaert beseft dat de markt heel concurrentieel is, maar benadrukt dat dit concept vernieuwend is voor België: “We hebben uiteraard de nodige marktstudies laten uitvoeren, die uitwijzen dat dit zou moeten werken. We zien expansiemogelijkheden voor zowel Monoprix als Monop’, op een tiental locaties de komende vijf à tien jaar.” Die komen er eerst in het Franstalige landsgedeelte en Brussel, maar Vlaanderen sluit hij niet uit: “Dan zullen we wel de eentalig Franse etiketten moeten aanpassen, maar dat doen franchisenemers in andere landen ook.” Waterloo is al de 138e winkel voor Monoprix buiten Frankrijk
10% lokaal aanbod
Monoprix Waterloo heeft zich gevestigd in een pand van 1336 m² in Centre 115, een winkelpark in het centrum van de gemeente waar ook H&M, Zara, Zara Kids, Damart en Women’secret aanwezig zijn. Het pand bevindt zich deels aan de straatkant, de hoge ramen laten volop het daglicht binnen. Op het gelijkvloers vinden klanten voeding, damesmode en verzorging. Op de eerste verdieping zijn er de afdeling kindermode – één van de sterktes van de retailer – decoratie en tafelsierkunst. Hier bevindt zich ook een rusthoek met tafels. Later dit jaar gaat het terras open.
Deze winkel heeft zowat 10.000 referenties in de rekken: 60% food, 40% non-food. Het assortiment is bijna volledig identiek aan het Franse aanbod, 10% is lokaal. Bloemen bijvoorbeeld komen van bloemist Helianthus uit Ukkel. Er liggen ook enkele Belgische wijnen in de voor de rest hoofdzakelijk Franse wijnkelder. Dat aanbod wil Monoprix graag nog uitbreiden: wijn is een speerpunt voor de keten.
Drie huismerken
In voeding vormen de drie huismerken Monoprix, Monoprix Gourmet en Monoprix Bio in hun onderscheidende verpakkingen het niet zo geheime krachtige wapen van de retailer, die immers op differentiatie mikt. 50% van het voedingsaanbod in deze Belgische winkel zit onder die huismerken – dat is meer dan de 30 à 40% die de Franse winkels hebben.
In textiel is alles van Monoprix. De afdeling schoonheid en parafarmacie heeft dan weer haast uitsluitend A-merken in het aanbod. Typisch zijn de samenwerkingen die de retailer aangaat met externe experts, met bekende designers en modeontwerpers bijvoorbeeld. Het stokbrood werd ontwikkeld met Frédéric Lalos, die verkozen werd tot “meilleur ouvrier (beste artisanale bakker) de France”.
Een prijsspeler is Monoprix niet: alles draait om de goede prijs-kwaliteitverhouding en om winkelplezier. “Les courses plaisir”, zoals de Fransen het noemen. Funshoppen dus, in tegenstelling tot de wekelijkse corvee van de boodschappen. Afgaande op de enorme belangstelling tijdens de eerste openingsdag hebben de inwoners van Waterloo daar wel oren naar.