De gevolgen van de transitie van de Nederlandse winkelstructuur zijn ingrijpend, overal zichtbaar en kunnen niet worden genegeerd. Het vraagt om een nieuwe benadering van vastgoedprofessionals en beleidsmakers.
Markt veranderde drastisch in korte tijd
De afgelopen decennia stuwden bevolkingsgroei, toenemende welvaart en uitbreiding van het stedelijk gebied de winkelmarkt. De markt is echter in korte tijd drastisch veranderd en onderdeel geworden van het maatschappelijk debat. Dit staat in de uitgave “Transitie van de Nederlandse winkelstructuur: van waarde naar vitaliteit”. Hierin belicht Colliers Research & Consultancy de recente marktontwikkelingen en de betekenis hiervan voor de toekomst van winkelgebieden.
“Leegstand wordt als een maatschappelijk probleem ervaren dat vanuit de leefbaarheid van dorpen en steden bestreden moet worden”, klinkt het in het rapport. De transitie van de winkelmarkt is immers veelomvattend en nog lang niet ten einde. Ondanks dat de transitie veel besproken is – doemdenkers roepen dat het einde van de fysieke winkels nabij is en opportunisten claimen dat de oude tijd terugkeert – is er nog weinig bekend over de feitelijke betekenis ervan voor de toekomst van onze winkelgebieden.
“Het echte probleem schuilt niet zozeer in de transitie en de gevolgen daarvan, maar des te meer in hoe de winkelstructuur en de winkelgebieden zich moeten aanpassen aan de wensen van de nieuwe tijd”, menen ze bij Colliers Research & Consultancy.
Winkelgebieden krijgen andere betekenis
Wnkelgebieden hebben ook in de toekomst betekenis, maar anders dan voorheen. De toegevoegde waarde van het fysieke winkelen zit steeds minder in het aanbod (ergens iets moeten kopen), maar meer in de interactie en beleving: het leuk vinden om ergens, met en tussen andere mensen, te zijn.
Vitale winkelgebieden zijn plekken waar de gebruikers, consumenten en ondernemers, centraal staan, waar ruimte is voor vernieuwing, gedreven door lokaal ondernemerschap en creativiteit van mensen, en met een eigen identiteit, een onderscheidend vermogen. Deze vitale gebieden zijn het best in staat om mee te veranderen met de tijd en hebben daarom de toekomst.
Vastgoed wordt flexibel en proactief
In een veranderende markt krijgt ook de vastgoedprofessie een andere betekenis. Waar vastgoed voorheen vooral cijfermatig, reactief en conservatief was, is steeds vaker een flexibele en proactieve aanpak nodig, gericht op het genereren van de vitaliteit.
Waar in het verleden een winkelproject werd benaderd vanuit verschillende vakdisciplines, zijn de grenzen hiertussen grotendeels vervaagd. Vakinhoudelijke kennis wordt bovendien interactief met elkaar gedeeld en getoetst. Snelheid van handelen is essentieel, het gebruik van data en informatie een voorwaarde en kennis van gebruikersgroepen neemt structureel toe.
“De paradox van het winkelvastgoed wordt zichtbaar: vastgoedpartijen streven vanaf macro-niveau naar zekerheid, maar van onderuit vraagt de markt juist aandacht voor de gebruiker en flexibiliteit”, klinkt het in het rapport.
Vanuit de vastgoedsector is een trend zichtbaar waarbij er steeds meer behoefte is aan kennis en middelen op macroniveau zoals informatiesystemen, terwijl men voor de uitvoering steeds meer vraagt om oplossingen op microniveau, zoals kennis van de lokale markt. Deze verschuiving tekent zich af bij alle betrokken partijen in het vastgoed: retailer, eigenaar, beheerder, makelaar, marketeer en overheidsinstanties.
De volledige uitgave over de transitie van de Nederlandse winkelmarkt is hier te downloaden.