Walmart verkoopt beter dan verwacht, ondanks de hoge brandstofprijzen, inflatie en moeilijkheden met de toeleveringsketen. Toch zit de Amerikaanse retailreus met grote voorraden, die zich maar blijven opstapelen.
Consument let op de kleintjes
In het kwartaal tot eind april boekte Walmart 141,57 miljard dollar (134,79 miljard euro) omzet tegenover 138,31 miljard dollar (131,52 miljard euro) een jaar eerder. Een meevaller, want analisten hadden amper meer omzet dan vorig jaar verwacht. Consumenten trokken terug naar de winkels, maar kochten vooral prijsbewust en goedkopere voedingswaren. Grootverpakkingen melk waren bijvoorbeeld een opvallende hit in het kwartaal.
Het prijsbewuste koopgedrag weegt evenwel op de marges. De nettowinst daalde tot 2,05 miljard dollar (1,95 miljard euro), vergeleken met 2,73 miljard dollar een jaar geleden. Dat is een pak minder dan analisten verwachtten. Net zoals bij andere retailers viel ook de e-commercegroei wat stil na de piek tijdens de coronapandemie: de onlineverkoop steeg met slechts 1%, al was dat wel 38% meer dan begin 2020.
Derde meer voorraad
Walmart wint momenteel marktaandeel in de boodschappencategorie, maar sukkelt in andere categorieën met hoge voorraadniveaus. Door de problemen in de toeleveringsketen en de hoge inflatie is de warenhuisgroep extra veel beginnen inkopen om lege rekken en sterke prijsstijgingen te vermijden, maar nu heeft de groep liefst een derde meer voorraad.
Sommige producten kwamen ook te laat binnen of bleven in de magazijnen liggen, terwijl de lenteverkoop van tuinartikelen tegenviel door slecht weer in de VS dit voorjaar. Bijgevolg bleven veel seizoensitems onverkocht en moest Walmart kortingen of prijsverlagingen doorvoeren, onder andere op kleding. CFO Brett Biggs gelooft niettemin dat de retailer die voorraden nog wel kwijtraakt wanneer het weer verbetert. Hij ziet het tweede kwartaal al goed starten, aldus CNBC.
Nog het hele jaar wil Walmart inzetten op lage prijzen en het discountsegment, nu de inflatie en brandstofprijzen het leven voor veel consumenten duur maken. “Prijsleiderschap is vooral nu belangrijk en one-stop-shopping wordt meer dan alleen gemak”, stelt CEO Doug McMillon. De topman besteedt daarbij vooral aandacht aan goedkope voedingsmiddelen, al wordt het een evenwichtsoefening om lage prijzen te garanderen zonder de winst verder te laten afglijden.