Kunnen bananen van 99 eurocent per kilo duurzaam zijn? Als je het aan Chiquita vraagt, luidt het korte antwoord ‘nee’. In België legt het merk nu z’n eerste koolstofneutrale banaan in de rekken – een wereldprimeur.
Banaan zonder klimaatimpact
“Wanneer mensen een folder zien met erg lage prijzen voor bananen, dan zouden ze zich toch moeten afvragen of dat eigenlijk wel kan, een tros voor minder dan een euro per kilo. Kan dit duurzaam zijn? Het is goed om consumenten daarover te laten nadenken,” zegt Marc Speidel, directeur Noord-Europa bij Chiquita. We spreken de man naar aanleiding van de lancering van de eerste CO2-neutrale Chiquita-banaan, die nu op de markt komt in België als eerste land ter wereld.
Die banaan, te herkennen aan z’n groene ‘CO2-neutraal’ sticker, heeft geen impact op het klimaat dankzij Chiquita’s compensatieprojecten in Costa Rica, waar de vruchten vandaan komen. De lancering is een onderdeel van het bredere ‘30BY30’-programma waarmee Chiquita de CO2-uitstoot van z’n activiteiten tegen eind 2030 met 30 procent wil verlagen. Dat programma werd intussen erkend door het Science Based Target Initiative (SBTi), een onafhankelijk organisme. Chiquita is het eerste fruitbedrijf ter wereld dat zijn doelen en de vooruitgang ervan onafhankelijk laat controleren en verifiëren door SBTi.
“Kleinere voetafdruk dan tomaten”
“Dit is niet de start van ons duurzaamheidsprogramma,” benadrukt Speidel. “Duurzaamheid is een proces, het was altijd al een onderdeel van onze strategie. Al in 1992 begonnen we onze samenwerking met Rainforest Alliance en daarmee waren we een van de pioniers. Nu praat iedereen over reductie van z’n koolstofuitstoot – wat absoluut goed is – maar dat is slechts één aspect van duurzaamheid. We hebben ons bijvoorbeeld ook geëngageerd voor de SA8000 standaard over sociale praktijken op de werkvloer, om de arbeidsomstandigheden op onze plantages te verbeteren. Dat gaat niet alleen over lonen, maar ook over kinderarbeid, discriminatie, faire werkuren… Dat doen we al decennia. Bij Chiquita werken we met onze eigen plantages, de mensen die er werken zijn onze eigen werknemers.”
Chiquita reduceerde zijn voetafdruk over de laatste zes, zeven jaar al met 30%, maar krijgt daarvoor soms onvoldoende erkenning. Bananen staan in de belangstelling, maar niet altijd in de positieve zin. “De banaan is een van de meest geliefde fruitsoorten ter wereld. Iedereen praat – en roept soms – over de banaan. Maar als je kijkt naar de CO2-uitstoot van bijvoorbeeld avocado’s, of zelfs van tomaten die hier in Europa worden geproduceerd, dan is die voetafdruk veel groter. Niet dat we anderen willen beschuldigen, maar we willen zeggen dat dit een wereldwijd onderwerp is. En doordat we een groot wereldmerk zijn, kunnen we anderen aanzetten om ons voorbeeld te volgen. Dat is wat ik hoop. Uiteindelijk cultiveren wij planten en bomen. Dat is goed, vergeleken met de productie van auto’s bijvoorbeeld. Maar we moeten er beter over communiceren. Het thema slaat aan: kijk naar wat Greta Thunberg in beweging heeft gebracht. We moeten nu actie ondernemen, anders zullen mijn dochters met de problemen opgescheept zitten. Dat moeten we vermijden.”
Retailers zijn mee
Chiquita kan dit niet alleen, benadrukt Marc Speidel: “We spreken hierover met onze leveranciers en onze klanten, want uiteindelijk moeten zij ons helpen. Het zou niet veel zin hebben dat wij onze logistieke keten verduurzamen, en dat retailers vervolgens ons fruit in de haven zouden komen ophalen met oude dieseltrucks.” Maar voor alle duidelijkheid: de retailers zijn niet het zwarte schaap in dit verhaal. “Allemaal hebben ze de ambitie om klimaatneutraal te zijn tegen 2050. De druk stijgt, en dat is goed. Als ik praat met Delhaize, Albert Heijn of Edeka, dan zie ik dat ze op dezelfde lijn zitten. Ze waarderen wat we doen. Natuurlijk, je hebt ook de jaarlijkse negotiaties… dat is de andere kant van de medaille. Als je duurzaam wil zijn, dan is dat niet gratis.”
Om CO2-neutraal te worden moet je kredieten aankopen, bomen aanplanten, je eigen processen veranderen, duurzame energie gebruiken… en dat kost geld. “Wij weten dat we moeten investeren en misschien onze bananen iets duurder maken, dat gaat hand in hand. Daarom zijn we zo trots op deze erkenning. Het zal ons helpen in de nabije toekomst. Je weet dat er vorig jaar twee zware orkanen waren in Guatemala en Honduras. Die veroorzaakten veel schade: ze vernietigden plantages en dorpen. Het was een ramp voor de mensen daar. En die stormen zijn gelinkt aan de klimaatopwarming. Dus als we nu investeren, dan kan ons dat hopelijk helpen in de toekomst. Beter nu investeren dan achteraf iets heropbouwen dat vernietigd werd.”
Minder dan een euro?
Maar de bananenmarkt is zeer prijscompetitief. Is een wat hogere prijs dan geen nadeel? “Tja, als je bananen vergelijkt met andere groenten en fruit, dan moet je toegeven dat ze te goedkoop zijn. Een kilo bananen voor minder dan een euro… We investeren in onze eigen plantages, in onze eigen vloot om het fruit te vervoeren, wij hebben het hele proces in de hand. We weten welk bedrag we nodig hebben om te kunnen overleven, om faire lonen te kunnen betalen, enzovoort. Dus telkens wanneer je een folder ziet met erg lage prijzen voor bananen, dan moet je je toch afvragen: kan dit eigenlijk wel? Niemand vertelt je dat er een marge is van maar 0,5%. Het is goed om consumenten te laten nadenken over hoe het kan dat ze een product kopen voor minder dan een euro per kilo? Kan dit duurzaam zijn?”
Bananen waren nu eenmaal altijd al een referentieproduct. Als je de winkel binnenkomt, is het eerste wat je ziet dat grote, gele bananenschap. “Consumenten houden van bananen. Voor velen waren bananen het eerste fruit dat ze aten als kind. Dat is heel positief. Maar moet je echt bananen kopen voor minder dan een euro? Als we dat ons allemaal afvragen, dan kunnen we iets veranderen.”
Schimmelplaag
Tot slot: we lezen geregeld alarmerende berichten in de pers over een ziekte die de Cavendish-banaan aantast en in de toekomst mogelijk de bevoorrading in gevaar brengt. Wat is de stand van zaken?
“Het gaat om een soort schimmel die in de grond zit en die de planten aantast, waardoor de opbrengst daalt. De plaag begon jaren geleden in de Filipijnen, dat was ver weg. Maar later kwam ze naar Columbia en nu heeft ze bijna onze territoria bereikt. Voor ons is het een groot risico. We financieren universiteiten en onderzoek op zoek naar een beschermingsmiddel en we delen de resultaten met onze collega’s, maar we hebben nog geen remedie gevonden. Als deze plaag echt miljoenen hectaren vernietigt, dan zal de aanvoer naar West-Europa dalen en zullen de prijzen stijgen, maar er zijn genoeg alternatieven voor consumenten hier. Veel erger is dit voor de vele landen waar bananen echt het basisvoedsel uitmaken… We nemen in elk geval grote voorzorgsmaatregelen om te beletten dat de schimmel verder oprukt.”