Het nieuwe klimaatrapport maakt nogmaals duidelijk dat bedrijven meer moeten doen om de klimaatopwarming tegen te gaan. Dat vindt ook Ahold Delhaize-bestuursvoorzitter Frans Muller, al pleit hij eerder voor evolutie dan voor revolutie: “Het heeft tijd nodig.”
Gewoontedieren
Vorig jaar lanceerde de Nederlands-Belgische multinational nieuwe duurzaamheidsdoelen, waarbij het bedrijf tegen 2030 onder meer de eigen CO2-uitstoot wil halveren. De uitstoot veroorzaakt door producten die het concern van andere producenten verkoopt, moet ook omlaag – zij het met slechts 15%. Verder beloofde de retailer meer in te zetten op gerecyclede verpakkingen en de strijd tegen de voedselverspilling nog op te voeren.
Toch kan er na de publicatie van het nieuwe klimaatrapport maar één conclusie zijn: het gaat te traag. En hoewel Muller die mening bijtreedt en zegt dat “we meer moeten doen dan we nu doen”, gelooft hij niet meteen in een schokeffect. “Klanten zijn gewoontedieren. Je verandert niet zomaar even de smaak”, zegt hij aan NRC. “We willen voorkomen dat wij tegen klanten zeggen: dit moet je doen, dit is gezond. Dat is niet onze rol. Onze rol is mensen vertellen hoe wij kijken naar voeding, en helpen betere keuzes te maken. Dat heeft tijd nodig.”
Wat daarbij onder andere zou kunnen helpen, is dat elk product een label krijgt dat de ecologische voetafdruk ervan aangeeft. Een hele opdracht voor een bedrijf dat wereldwijd een half miljoen verschillende producten verkoopt, maar niettemin denkt Muller zo’n uitstootlabel binnen drie jaar in Nederland te kunnen introduceren. “Veel mensen hangen enorm aan vlees, maar als wij ze kunnen bewegen één of twee dagen in de week geen vlees te eten, zou dat een enorm positieve invloed hebben op het klimaat.”