Met de zopas aangekondigde gerechtelijke reorganisatie is het eindspel voor Makro in België (eindelijk) ingezet. Enkel een opsplitsing in hapklare brokken laat toe om kopers te vinden en een deel van de jobs te redden.
Vergane glorie
De veronderstelling dat de overnemers van de Belgische dochteronderneming van Metro in de eerste plaats saneerders zijn, die verlieslatende ondernemingen opkopen om ze te herstructureren en door te verkopen, is al bij al vrij snel waarheid gebleken. Bronze Properties vindt geen gegadigden voor de zwaar verlieslatende vennootschap in zijn geheel, maar denkt wel enkele rendabele of levensvatbare onderdelen te kunnen verkopen.
Onverwacht komt die aanvraag tot bescherming tegen schuldeisers allerminst. Met name de winkels van Metro (horecagroothandels) zijn immers wel rendabel. Ook de doe-het-zelfactiviteiten hebben mogelijk nog een toekomst, maar in de huidige bedrijfsstructuur zijn die onderdelen te zeer verstrengeld met de andere activiteiten van de onderneming. Het bedrijf moet dus eerst een reorganisatie ondergaan om de gezonde delen af te splitsen. Voor de resterende activiteiten rest dan het faillissement. Daarmee komt er definitief een einde aan de aanwezigheid van Makro in België. Ooit een retailicoon, vandaag enkel vergane glorie. Niet te redden: die schrijnende analyse maakten we zes jaar geleden al. We kunnen ze nu simpelweg recycleren.
De gegeerde Makro-kaart
Want inderdaad: ooit was Makro een vernieuwende winkelformule die een onvergelijkbaar assortiment beloofde aan groothandelsprijzen, voor de gelukkige ondernemers en particulieren die erin slaagden om de gegeerde Makro-kaart te bemachtigen. Mogen winkelen bij Makro was een privilege, herinner ik me uit mijn jeugd. Je kon er koopjes doen aan ware stuntprijzen en als de koffer én de achterbank van de auto helemaal volgestapeld waren, ging je nog wat eten in het restaurant. Mooie tijden. Vooral voor Makro, dan.
Dat liedje bleef niet duren. De opkomst van ‘category killers’ en e-commerce werd de keten fataal. Nooit vond het bedrijf een antwoord op de nieuwe uitdagingen. De drempel werd wel drastisch verlaagd: iedereen was welkom. Makro vervelde van groothandel tot hypermarkt, maar dat bleek geen winnende formule. Consumenten shoppen niet meer als vroeger. Keuze hebben we te over, online. Er is dus geen reden om wel 60.000 fysieke referenties te stockeren in de winkel: dat is onbetaalbaar. We willen helemaal geen uur meer spenderen in de winkel, laat staan nog eens een uur om er naartoe te rijden. Waarom zouden we ook? Stuntpromoties vind je overal.
Geen onderscheidend vermogen
Het tijdperk van de retailer als tussenpersoon is allang voorgoed voorbij. Het businessmodel van Makro raakte daardoor onherstelbaar kapot. Welke unieke service of beleving kan de retailer bieden? Waar zit de toegevoegde waarde? De innovatie? Makro verkoopt merken en producten die je overal vindt, in een winkelomgeving die wel groot maar niet bijzonder is, aan een prijs die wel scherp maar niet de laagste is. Geen onderscheidend vermogen. Enkel in de overweldigende keuze maakte Makro nog een verschil, als hypermarkt in het kwadraat. Maar precies daaraan heeft de consument geen boodschap meer.
Moederbedrijf Metro maakte wél de noodzakelijke keuzes: een radicale focus op business-to-business in een multichannelmodel. Makro paste niet in dat plaatje en moest dus weg. Al bij al bleef het Duitse hoofdkantoor het zieke Belgische kind nog érg lang subsidiëren. Onbegrijpelijk lang, zelfs. Misschien wilde het bedrijf zich niet verbranden aan een radicale herstructurering of faillissement? Dat laat je liever over aan investeerders met minder scrupules. En zo wordt misschien toch nog een deel van de jobs gered. Als de rechtbank zijn zegen geeft, het personeel meewerkt, de winkels openblijven, de leveranciers blijven leveren en die kandidaat-kopers hun woord houden. Dat zijn veel slagen om de arm, inderdaad. We kunnen enkel duimen, voor die bijna 2000 overgebleven medewerkers.