Vlamingen nemen maar mondjesmaat de bocht naar een meer plantaardig eetpatroon. Toch groeit het aantal flexitariërs. Op hen wil de Vlaamse overheid sterker inzetten om de noodzakelijke “eiwitshift” te realiseren.
Trage eiwitshift
In 2014 haalden Vlamingen nog 39% van hun eiwitten uit plantaardig eten, de overige 61% uit dierlijke producten. In 2023 werd dat respectievelijk 41 en 59%, blijkt uit een nieuw overheidsrapport waarover De Morgen bericht. Daarmee zitten we nog ver van de ambitie van de Vlaamse overheid om tegen 2030 naar een verhouding van 60% plantaardige en 40% dierlijke eiwitten te evolueren – één van de doelstellingen van de “eiwitshift op ons bord”, die kadert binnen de Green Deal.
Die eiwitshift moet milieuwinst opleveren, omdat dierlijke producten een grotere milieuvoetafdruk hebben dan plantaardige eiwitbronnen. Bovendien is het ook goed voor de gezondheid: volgens de Voedingsdriehoek van het Vlaams Instituut Gezond Leven nemen we best plantaardige producten als basis voor elke maaltijd, met dierlijke producten als een aanvulling.
Positief signaal
Uit het nieuwe rapport blijkt echter dat Vlamingen nog erg gehecht blijven aan een traditioneler voedingspatroon op basis van vlees en vis, waarvan de consumptie amper daalt: tussen 2016 en 2022 kochten ze slechts 1,9% minder vlees en vis, en 9% meer vleesvervangers zoals tofu of veggieburgers.
Geen grote verschuiving, maar toch een positief signaal, vindt beleidsadviseur Kristof Rubens van het Departement Omgeving. Volgens hem gaat het de goede kant op: “De noodzaak van meer plantaardig eten is bekender dan in 2014. De plantaardige producten zijn ook verbeterd en het aanbod is vergroot”, zegt hij aan VRT.
Bovendien groeit het aantal flexitariërs, dus mensen die niet meer elke dag vlees of vis eten: ze vertegenwoordigen nu 43% van de Vlamingen en zijn al een heel stuk is opgeschoven richting de 60-40 verhouding. Op die doelgroep wil de Vlaamse overheid verder inzetten, onder andere met de campagne “halfhalf” die sinds afgelopen najaar Vlamingen aanmoedigt om de helft van de week voor een plantaardige maaltijd te kiezen.