Deliveroo blijft rode cijfers verzamelen, ook al fietsten de maaltijdkoeriers vorig jaar weer fors meer omzet bij elkaar. Ook in 2022 rekent het bezorgplatform op een negatieve brutomarge. De tijd dat investeerders dat voor lief namen, is helaas voorbij.
Coronabooster is uitgewerkt
Deliveroo zag zijn omzet vorig jaar wel met 57% stijgen naar 1,8 miljard pond (2,1 miljard euro): zeker in de eerste helft van het jaar werd het bedrijf nog fors geholpen door coronabeperkingen in de horeca. De waarden van alle bestellingen (bruto transactiewaarde) steeg zelfs met 70% tot 6,6 miljard pond (7,9 miljard euro).
Voor dit jaar tempert de maaltijdkoerier de verwachtingen echter danig: Deliveroo verwacht ‘amper’ 15 tot 25% groei in de brutotransacties. Dat is ook het groeicijfer dat het maaltijdplatform de komende jaren wil aanhouden. Verschillende factoren spelen mee in die vertraging: eerst en vooral was de eerste helft van 2021 een recordperiode door de coronapandemie, wat elke vergelijking moeilijk maakt. Het bedrijf voorspelt dan ook een hoger groeitempo in de tweede helft van het jaar dan in het eerste semester van 2022.
Een tweede factor is de “snel veranderende macro-economische omgeving”. Daarmee verwijst oprichter Will Shu naar de oorlog in Oekraïne – die “bredere geopolitieke en economische gevolgen” zal hebben”, maar ook naar de inflatiedruk en het wegvallen van coronasteunmaatregelen vanwege de overheden. Shu maant daarom aan tot voorzichtigheid, maar vertrouwt erop zich financieel aan te kunnen passen.
Verlies maal tien
Het zit analisten en investeerders ook steeds meer dwars dat Deliveroo nog altijd geen winst boekt, en ook niet van plan is om dat gauw te doen. Pas eind 2023 of in eerste helft van 2024 voorspelt de maaltijd- en boodschappenbezorger voor het eerst break-even te draaien.
Op dit moment heeft Deliveroo nog een verlies van 131 miljoen pond (150 miljoen euro), en dat zal nog oplopen door de stijgende kosten. Dat is zowaar meer dan een vertienvoudiging ten opzichte van de 11 miljoen pond brutoverlies in 2020. Het bedrijf zegt meer te moeten investeren in marketing en technologie.