Diervriendelijk vlees wordt een realiteit: op kleine schaal zetten kweekvleesproducenten nu de eerste stappen richting consument. Ook in Europa zal goedkeuring volgen: “Dat duurt geen vijf jaar meer”, zegt pionier Mosa Meat.
Vlees uit de bioreactor
Het is echt vlees, maar dan zonder dierenleed, met een kleinere ecologische voetafdruk en gegarandeerd schoon en veilig. Lekker, bovendien. Een illusie? Nee, al sinds de presentatie van de allereerste kweekvleesburger in 2013 werkt Mosa Meat mee aan de ontwikkeling van een volledig nieuwe industrie, die vlees produceert op basis van celculturen in bioreactoren. Er hoeft geen koe meer voor naar het slachthuis. De dag waarop dit gecultiveerd vlees – of kweekvlees – beschikbaar wordt voor de consument, komt snel dichterbij.
Sterker nog: eigenlijk is het al zo ver. “Producent Supermeat heeft in Israël een restaurant geopend waar consumenten gecultiveerde kipproducten kunnen proeven. In Singapore heeft Eat Just de goedkeuring gekregen voor het op de markt brengen van twee producten: kipnuggets en kippenvleugels. Dat verwerken ze in allerlei producten. Voorlopig op hele kleine schaal, maar toch.” VP Sales Martijn Everts van Mosa Meat twijfelt er niet aan: dit komt er sowieso aan. Al zal het nog wel even duren voor de producten in de supermarkt liggen. Hij vertelt er meer over op het RetailDetail Food Congress, op 9 juni in Antwerpen.
Wachten op goedkeuring
De belangrijkste volgende stap is de officiële goedkeuring. De EFSA, de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, heeft een procedure voor de goedkeuring van ‘novel food’. Andere landen en regio’s nemen dat raamwerk deels over. Voor een dossier moet je wel twee jaar rekenen. “Minstens, want als er iets misgaat in de productie of met de vraagstelling, dan staat de klok stil en dan kunnen er zomaar weer zes maanden bijkomen. In Singapore gaat het sneller: daar heb je voor zo’n dossier een tijdspad van zes tot negen maanden.”
Verschillende bedrijven uit de sector werken nu samen om het gesprek aan te gaan met lokale voedselveiligheidsautoriteiten. “We hebben ons met een achttiental collega’s verenigd in een associatie: Cellular Agriculture Europe. Ze maken bijna allemaal andere producten: de ene richt zich op foie gras, de andere doet kip, wij doen rund… Ook de technologie kan verschillen, net als de schaal en maturiteit: je hebt bedrijven met stevige funding, strategische partners en meer dan honderd medewerkers, andere zijn nog in een beginstadium.”
60 miljoen euro subsidie
Een belangrijke evolutie is dat overheden subsidies vrijmaken om deze transitie mogelijk te maken. Recent heeft de Nederlandse overheid via het Nationaal Groeifonds 60 miljoen euro gereserveerd voor een publiek ecosysteem voor cellulaire agricultuur: de grootste publieke investering in kweekvlees en precisiefermentatie ooit. “Dat geld gaat naar het stimuleren van onderzoek, naar een pilootfabriek en naar het opzetten van een opleiding voor operatoren. In deze branche hebben we heel veel bioreactoren nodig die ook bediend moeten worden. Die opleidingen zijn er nog niet, die moeten nu vorm gaan krijgen.”
Net als in de markt van de vleesvervangers wil Nederland hier duidelijk een voortrekkersrol spelen. “We moeten die ambitie hoog houden. We hebben een grote landbouwsector. Wil je in de toekomst relevant blijven, dan moet je unieke waarde brengen. Die zit ‘m niet in massaproductie, wel in hoogwaardige technologie en innovatie. Er is veel interesse voor deze nieuwe sector, mensen vinden het spannend. Recent, op Koningsdag, kwam zelfs de koning bij ons op bezoek in Maastricht.”
Doorbraak komt dichterbij
Een maand geleden heeft de tweede kamer een motie aangenomen die het mogelijk moet maken om onder bepaalde voorwaarden proeverijen te organiseren voor kweekvlees. Dat brengt de doorbraak weer een stapje dichterbij. “Het is niet meer een kwestie van vijf tot tien jaar, zeker niet. Overal waar er een kader is voor goedkeuring, is het mogelijk om te lanceren. Dat was er enkele jaren geleden nog niet, het is nu echt anders.” Ook Mosa Meat maakt zich op voor het indienen van dossiers in verschillende landen.
Schaal blijft evenwel een grote uitdaging. “De schaal bepaalt wanneer we het in de supermarkt gaan zien. Dat zal even duren. Als we vandaag de goedkeuring krijgen, liggen we morgen nog niet bij Delhaize.” Maar dat de interesse er is, lijdt geen twijfel: “We namen vorige week deel aan het Beter Eten festival van Albert Hein, ook al waren we daar de vreemde eend in de bijt. Marit van Egmond heeft Mosa Meat in haar boek genoemd als één van de bedrijven die perfect passen in de missie van de retailer.”
De markt voorbereiden
En daarom komt Mosa Meat nu wat vaker naar buiten met het duurzame kweekvleesverhaal. “We willen de markt voorbereiden, awareness creëren en de kennis verspreiden. We willen ook graag leren van de reacties van de mensen. Daarom kom ik ons verhaal ook graag vertellen bij jullie.”
Welke stappen dient de kweekvleesindustrie nog te nemen vooraleer de producten in het restaurant en de supermarkt verschijnen? Dat komt Martijn Everts van Mosa Meat onthullen op het RetailDetail Food Congress, dat op 9 juni plaatsvindt in Antwerpen. Ook op het podium die dag: sprekers van Deloitte, Delhaize, Coca-Cola, Nestlé, Kriket, Pieter Pot, VLAM en Gorillas. Foodprofessionals weten waarheen. Voordelige earlybirdtickets bestellen kan nog tot 18 mei via de knop hieronder.