De Foodmaker-restaurants hebben afgelopen jaar hun omzet verdubbeld, de verkoop bij retailpartners Delhaize, Albert Heijn en Monoprix groeide met 43%. CEO Lieven Vanlommel sleutelt aan de rentabiliteit en ziet groot potentieel in bedrijfscatering.
Prijsverhogingen
Sterke groeicijfers bij gezonde restaurantketen Foodmaker: “De transitie naar gezonder eten in retail is ongelooflijk merkbaar”, zegt topman Lieven Vanlommel. “Hoewel foodretail in onze categorie nu minder omzet realiseert dan voor corona, draaien wij bij onze partners gemiddeld 43% meer, met Parijs als uitschieter: daar zitten we op plus 64% bij Monoprix. In onze eigen restaurants is de omzet letterlijk verdubbeld, maar we hebben ook dubbel zoveel restaurants.”
2022 was dan wel een gunstig jaar qua omzet, maar het was ook heel stresserend qua marge. Met de loonindexering die er nu aankomt, moet het bedrijf ingrijpen: “De loonkosten vertegenwoordigen bij ons twintig miljoen euro. Tel daar 10% bij… Ik heb recent samengezeten met al onze retailers: we hebben met iedereen dezelfde prijsverhoging afgesproken. Ook in onze eigen restaurants gaan de prijzen omhoog. Daardoor draaien we vanaf januari break-even, ondanks die recordomzet. We moeten dus gaan optimaliseren waar we kunnen.”
Helft productiever
De productiviteit per gewerkt uur is bij Foodmaker de afgelopen drie jaar met 50% gestegen. “Meer kan ik van onze mensen niet vragen. Dus moeten we kijken naar onze grondstoffen.” Ook het nieuwe restaurantmodel van Foodmaker draagt bij tot de rentabiliteit. “Dat zijn kleinere shops, gefocust op de lunch, als bedrijfsrestaurant: lagere huur – meestal omzethuur – en beperktere openingsuren, waardoor we rendabel zijn met één à twee medewerkers per restaurant. Vroeger stelde een gemiddeld Foodmakerrestaurant tien mensen tewerk.”
Foodmaker past zich op deze manier aan het nieuwe normaal aan, zegt Vanlommel: “In Brussel werken mensen nog maar twee tot drie dagen per week op kantoor. Ik denk dat het in 2023 ‘money time’ wordt voor ons: ik wil een aandeel van minstens 10% in het segment van de bedrijfsrestaurants. Dat is mogelijk, want alle contracten met de grote cateraars moeten nu heronderhandeld worden. Stel u maar eens voor: bij Proximus zaten vroeger elke dag 6000 mensen op kantoor, nu nog gemiddeld 2000. En dan komen wij op de proppen – we hebben trouwens al een aanbod voor veel kleinere bedrijven ook, van bijvoorbeeld 200 mensen.”
Flagshipstores rendabel krijgen
Online is de verkoop stabiel tot licht dalend. “Ik ben geen voorstander om rechtstreeks aan de klant te leveren: dat is geen duurzaam model. Ik heb liever afhaalpunten, bijvoorbeeld bij Sportoase of Delhaize. We leggen de focus op onze restaurants: die moeten rendabeler worden.”
Van de huidige twintig Foodmaker-restaurants zijn er immers nog vier verlieslatend, namelijk de grote flagshipstores op drukke locaties met hoge huurprijzen: de Meir in Antwerpen, de Guldenvlieslaan in Brussel, de Botermarkt in Hasselt en de Turfmarkt in Den Haag. “We gaan hier continu verbeteringen doorvoeren, zodat elke vierkante meter meer omzet oplevert. We gaan vechten dit jaar om de Meir rendabel te krijgen.”
Ook op het vlak van expansie ligt de lat hoog: “Ik zal niet tevreden zijn als we volgend jaar niet elke maand een nieuw restaurant openen. Er liggen er al heel wat vast: een restaurant in het centrum van Leuven, een bedrijfsrestaurant bij EY, de verdere uitbreiding bij Sportoase in Beringen, Londerzeel, Knokke en Wilsele…” Officiële cijfers communiceert Foodmaker op 24 januari.