De aankoopcentrales van Intermarché worden in Frankrijk beschuldigd van “misbruik van handelspraktijken”. Het minsterie van Economie daagt de distributeur voor de rechter en legt zo mogelijk een bommetje onder de werking van allianties als Agecore.
Druk
In 2018 startte de Franse concurrentie-autoriteit DGCCRF een onderzoek op naar de aankoopcentrales Agecore (Zwitserland) en ITM Belgium. De DGCCRF concludeert nu dat de retailer 93 leveranciers onder druk zette: ze zouden grote sommen moeten betalen om te mogen blijven leveren aan de supermarktketen.
“Intermarché heeft tal van leveranciers door middel van verschillende drukkingsmiddelen (stopzetten van bestellingen, schrapping van merken, enz.) verplicht vooraf een internationaal contract te sluiten met Agecore, vervolgens met ITM Belgium, om hun producten te kunnen blijven verdelen in het Intermarché-netwerk in Frankrijk”, citeert Linéaires uit een verklaring van het ministerie van Economie.
Sneeuwbaleffect?
Opmerkelijk is dat het ministerie vindt dat de diensten die deze internationale aankoopcentrales bieden, niet in verhouding staan tot de kosten die ze aanrekenen. Het gaat louter om “het recht om onderhandelingen aan te gaan zonder echte economische tegenprestatie: de kosten daarvan zijn veel hoger dan de omzetstijging die zij geacht worden op te leveren,” luidt het.
Daarmee trekt de Franse overheid dus eigenlijk de werking in twijfel van internationale allianties die voorwaarden onderhandelen bovenop de nationale akkoorden tussen leveranciers en retailers. Als de handelsrechtbank de prakijken van Intermarché veroordeelt, zou dat wel eens een sneeuwbaleffect kunnen veroorzaken.
Hoge boete
De Franse regering vraagt de handelsrechtbank om Intermarché een boete van ruim 150 miljoen euro op te leggen. Dat komt overeen met 1% van de jaaromzet van de supermarktketen in Frankrijk. Vorig jaar kreeg ook Eurelec, de Belgische inkoopcentrale van E. Leclerc, al een zware boete om gelijkaardige redenen.
De retailer is het niet eens met het oordeel van de DGCCRF en zal “de wettigheid van haar internationale onderhandelingen aantonen, die ten dienste staan van de koopkracht van de consument”.