Jumbo heeft het moeilijk in België: de Nederlandse supermarktgroep stopte de verlieslatende tak voor kerst nog eens twintig miljoen euro toe.
Tweede steunpakket
Hoewel Jumbo het jaar afsluit met 27 winkels in België, moet de Nederlandse eigenaarsfamilie er nog flink bijspijkeren. Deze maand kreeg de Belgische dochteronderneming liefst twintig miljoen euro om de verliezen wat te temperen, bericht De Tijd. Het is al de tweede keer dat de aandeelhouders te hulp schieten: in november 2021 kreeg de Belgische tak al eens 25 miljoen euro toegestopt.
Vorig boekjaar draaide de keten in België een bedrijfsverlies van 5,5 miljoen euro, goed voor een verlies van 6 miljoen euro onder de streep op een omzet van 108,5 miljoen euro. In 2021 kampte de afdeling, vóór de injectie van 25 miljoen euro, bovendien met een negatief eigen vermogen van 11 miljoen euro.
Moeizaam van de grond
De expansie verloopt ook niet zo vlot als verhoopt: het doel was om in opstartjaar 2019 twaalf à vijftien winkels te openen en tegen 2024 honderd Belgische supermarkten te hebben. Vandaag hoopt Jumbo de grens van de honderd tegen 2027 aan te tikken. Het gaat niet zomaar om een symbolisch getal, maar een noodzaak om voldoende schaal te bereiken, zei pas afgetreden CEO Frits van Eerd daar eerder over.
Hoewel de bestaande winkels goed zouden draaien en Jumbo zegt vlot locaties te vinden, loopt het bedrijf tegen de verschillen tussen België en Nederland aan. Zo gaf Van Eerd toe het gedrag van de Belgen nog onvoldoende te kunnen lezen en geregeld te worstelen met vergunningen. Onder andere in Beveren-Leie wilde Jumbo dit jaar een nieuwe vestiging bouwen, maar ondanks een akkoord van het schepencollege ging de buurt in beroep en weigerde de provincie de vergunning.
Is het een kwestie van vertraging en kinderziektes of ziet Jumbo zich straks gedwongen de aftocht te blazen? Zeker nu Frits Van Eerd niet langer de plak zwaait en Jumbo ook in Nederland stagneert, dreigt het Belgische avontuur mogelijk met een sisser af te lopen.