Ook de foodsector omarmt de circulaire economie. Nu is voeding niet echt circulair: het wordt geconsumeerd en vervolgens verteerd. Wel zijn er andere aspecten, bijvoorbeeld verpakkingen, die binnen het circulaire model passen.
Verduurzamen
In Nederland speelt de Alliantie Verduurzaming Voedsel een belangrijke rol om de voedselketen te verduurzamen, zeg maar de ‘oude’ term die steeds vaker vervangen wordt door ‘circulair’. Blijkbaar moet de terminologie regelmatig worden vervangen om het onderwerp actueel te houden. In dit geval scherpt het nieuwe begrip de discussie wel aan: was duurzaamheid nog een algemeen begrip, circulariteit impliceert dat grondstoffenstromen zoveel mogelijk in een kringloop worden gehouden.
Welnu, binnen de AVV staat dat streven ook hoog op de agenda. Deze organisatie, met vertegenwoordigers uit de primaire sector, de industrie, retail en out-of-home, wil nog steeds de keten verduurzamen, maar gebruikt daarvoor steeds vaker ‘circulair’ als een label.
Bredere agenda
Feit is wel dat de agenda van de AVV breder is dan alleen de grondstoffenkringloop. Het initiatief besteedt aandacht aan zaken als (eerlijke) arbeidsomstandigheden of biodiversiteit, naast thema’s die wel binnen het circulaire model passen. Allereerst is er derving, een ‘hot topic’ binnen de gehele sector, zo ook de foodretail. Al enkele jaren circuleren met enige regelmaat artikelen over de grote hoeveelheden aan voedingsmiddelen die worden weggegooid, gestolen of afgeprijsd.
Daarbij vindt de meeste derving plaats op consumentenniveau, maar ook supermarkten worden hiermee geconfronteerd. Begin 2017 publiceerde Wageningen University een onderzoek waarin het op basis van extrapolatie van gegevens uit 165 supermarkten becijferde dat in dit deel van de keten per jaar voor bijna een miljard euro aan voeding(swaarde) verloren gaat. Het laatste betekent dat schade door diefstal, afprijzingen en het overschrijden van de THT-datum.
Vlees in the picture
Vlees neemt met 325 miljoen euro bijna een derde in. Nu staat deze productgroep al in het ‘beklaagdenbankje’, onder meer vanwege het beslag op (schaarse) grondstoffen en dierwelzijn. Vandaar ook dat het AVV, samen met de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij, MeatNL heeft opgezet. Dit is een meerjarig programma waarin vooral wordt getracht om de vraag naar- en aanbod van duurzamere vlees en vleeswaren beter te matchen, door aandacht te besteden aan vierkantsverwaarding (optimaal gebruik van het hele rund van kop tot staart) en internationale handel. De focus ligt in dit initiatief wel meer op verduurzaming, lees dierwelzijn en milieu, dan op concrete maatregelen om derving tegen te gaan.
Slimmer bestellen
In bredere zin pakt de supermarktbranche derving op winkelniveau wel degelijk aan. Zo worden consumenten onder het motto van ‘Weggooien is zonde’ geattendeerd op producten die vlak voor de THT-datum zitten. Ook zijn er verschillende ketens die samenwerken met plaatselijke Voedselbanken om voedingsmiddelen te doneren. Zijn deze voedingsmiddelen niet meer geschikt voor humane of dierlijke consumptie, dan zijn er mogelijkheden om deze om te zetten in energie (biogas).
Derving is ook een ketenbreed issue, waarbij in het nabije verleden al enkele tests zijn gehouden, onder meer op gebied van brood en zuivel. In de laatste productgroep is onder het motto slimmer bestellen gewerkt aan besteleenheden op maat. In sommige SKU’s volstaan kleinere colli voor kleinere supermarkten. In geval van brood is onderzocht of deze ingezet kan worden als grondstof voor nieuwe producten als ontbijtkoek.
Recycling onder druk
Het laatste voorbeeld komt nog het dichtst in de buurt van een kringloop: van food tot food. Hetzelfde is ook mogelijk in de enorme hoeveelheden aan verpakkingsmaterialen die in de keten worden gebruikt. Het CBL werkt onder meer met de FNLI (de levensmiddelenindustrie) samen om deze materialen zo veel mogelijk in een kringloop te brengen door bijvoorbeeld zwaar in te zetten op recycled PET in plaats van ‘virgin’ PET-materiaal. Dit businessmodel is de laatste jaren wel onder druk geraakt door de uiterst lage prijzen voor virgin PET, waardoor het goedkoper is om virgin te gebruiken.
Behalve PET zijn er talrijke andere kunststoffen, bijvoorbeeld PE, die in verpakkingsmaterialen (o.a. folie) worden gebruikt. Vaak betreft het hier ‘multi-layers’ met verschillende typen kunststoffen, waardoor recycling vrijwel onmogelijk is. Wat resteert, is verbranding, waarmee alleen de calorische waarde van het materiaal wordt teruggewonnen. Lightweighting – het lichter maken – en het zoveel mogelijk streven naar monomaterialen staat dan ook op de agenda. Wel zorgt de inhoud voor de meeste milieudruk, wat betekent dat optimalisering van verpakkingsmateriaal niet ten koste moet gaan van de inhoud, bijvoorbeeld door een minder lange THT-datum.
Productie op zijn kop
Tot slot liggen er ook kansen, zowel in commerciële als in duurzame zin, in het productieproces. Interessant in deze is de oprichting van het Sustainable Food Initiative medio 2017. Binnen dit initiatief gaan bedrijven (o.a. Unilever), onderzoeksinstellingen (o.a. Wageningen UR) en overheden werken aan processingmethoden die leiden tot betere, gezondere producten en minder energie- en watergebruik.
Het ISPT (Institute for Sustainable Processing Technology) is mede-initiatiefnemer. Directeur Tjeerd Jongsma: “We streven naar producten met een hogere nutritionele waarde. Daarvoor heb je processen nodig die producten conserveren, maar tegelijkertijd zo min mogelijk schade veroorzaken aan het product. Daarmee doel ik onder meer op vitamines of op de fysische eigenschappen, bijvoorbeeld de textuur.”
Volgens Jongsma gaat het niet om het optimaliseren van bestaande processen, maar om een ander procesdesign, lees ook andere processen – bijvoorbeeld conserveren onder hoge druk of met behulp van elektrische pulsen. “Incrementele innovatie is niet afdoende, we gaan werken aan projecten waarin het proces op zijn kop wordt gezet. Dat kan leiden tot totaal andere eindproducten. Vanzelfsprekend kan een specifiek (gewenst) eindproduct leiden tot een ander proces.”