Als laatste grote Nederlandse supermarktketen heeft Boni aangekondigd eind 2023 te stoppen met de verkoop van plofkippen. In België kijken alle retailers naar elkaar en moet het eerste initiatief op dit vlak nog genomen worden.
Beperkte reikwijdte
De beslissing van Boni betekent niet dat er helemaal geen plofkip meer verkocht zal worden in Nederland: zo zal de keten nog steeds verwerkte plofkip aanbieden in bijvoorbeeld kant-en-klaarmaaltijden. Bovendien gaan de snelgroeikippen nog steeds vlotjes over de toonbank bij heel wat poeliers, horecabedrijven en fastfoodketens. Zij zijn vooralsnog niet van plan om over te schakelen op een diervriendelijker alternatief, zoals de Beter Leven-kip.
In België roept dierenrechtenorganisatie Gaia de supermarkten al langer op om de plofkip te bannen. Voorlopig zonder enig concreet resultaat, zegt directeur Ann De Greef in De Standaard. “De retailers kijken naar elkaar, maar niemand durft als eerste te springen.” Grootste hinderpaal is de prijs: (iets) duurzamer gevoede kippen zijn een stuk duurder en retailers zijn bang uit de markt geprijsd te worden.
Slechte ervaring
Lidl zal alvast niet het voortouw nemen: vijf jaar geleden stapte de discounter over naar varkensvlees met een Beter Leven-label. Eenzelfde overschakeling voor kippenvlees vereist veel grotere investeringen, met name bij de producenten. “Bovendien hebben we geleerd uit ervaring: voor de varkens hebben we onze nek uitgestoken, maar niemand is gevolgd. Dat kunnen we ons geen tweede keer permitteren”, zegt woordvoerster Isabelle Colbrandt.
Ook Colruyt verkoopt vooral plofkippen, al liggen er bij de retailer ook een biokip en twee trager groeiende rassen in de rekken. Het is aan de klant om een keuze te maken, vindt de keten, en op dit moment kiest die meestal voor de goedkoopste optie.
De pluimveesector zelf is niet per se tegen overschakeling naar diervriendelijkere kweekmethoden, maar dan moeten de kippenhouders wel een veel betere prijs krijgen, zegt Danny Coulier van de Landsbond Pluimvee. “Die garantie hebben we niet. Zo krijg je nooit de keten mee. Met het stikstofarrest wordt het bovendien lastig een vergunning te krijgen om de stallen aan te passen.”