Om de groeiende vraag naar Pringles-chips bij te houden, investeert moederbedrijf Kellogg 140 miljoen euro in haar fabrieken in Polen en België. Zo’n 30 miljoen euro gaat naar de fabriek in Mechelen.
Renovatiewerken in Mechelen
Sinds eind 2019 heeft Kellogg Europe, de holding boven snackmerk Pringles, in totaal 140 miljoen euro geïnvesteerd in zijn Europese fabrieken. In heel Europa blijkt er immers een groeiende vraag naar Pringles te zijn. Topman Dave Lawlor denkt dat de vraag ook nog zal toenemen wanneer de coronamaatregelen versoepelen en er weer meer sociale momenten met vrienden en familie komen.
Het leeuwendeel van het geld ging naar Polen: in Kutno werd 110 miljoen euro geïnvesteerd om een nieuwe productielijn in de Poolse fabriek te bouwen. De nieuwe lijn, die oorspronkelijk in mei 2021 klaar zou zijn, is een maand eerder dan gepland volledig operationeel en zal de productie in de fabriek met 34% verhogen, waardoor er 120 miljoen extra blikjes Pringles per jaar kunnen worden geproduceerd. Het is zo de meest efficiënte en duurzame Pringles-lijn tot nu toe.
Nochtans bouwde Kellogg de fabriek in 2008 helemaal niet voor de aardappelschijfjes, maar wel om Special K te produceren. Pas sinds 2014 is de fabriek tot de huidige “Pringles Factory” omgeturnd. “Momenteel is het bedrijf de grootste investeerder in de Speciale Economische Zone van Lodz met meer dan 330 miljoen euro investeringen sinds 2008, wat een positieve impact heeft gehad op de regio en bijna 550 gekwalificeerde banen heeft gecreëerd”, beklemtoont Lawlor.
Ook in de Belgische fabriek in Mechelen pompt Pringles 30 miljoen euro. Het bedrag zal er worden gebruikt om de fabriek te renoveren, zodat ze aan de vraag kan blijven voldoen en de productie ook duurzamer kan verlopen. Het is de bedoeling dat die moderniseringswerkzaamheden nog dit jaar beginnen.