Voor sommige voedingsproducten zullen de prijzen met “tientallen procenten” omhoog moeten, zo niet zullen fabrikanten de productie verminderen of stopzetten. “Supermarkten staan nauwelijks open om te spreken over onvermijdelijke prijsstijgingen.”
Nieuwe prijsonderhandelingen
Bij de helft van de Belgische voedingsbedrijven is de bevoorrading momenteel verstoord, 70% moet de samenstelling van producten aanpassen en 40% zal de productie de komende weken tijdelijk stopzetten of verminderen, zo blijkt uit een rondvraag van voedingsfederatie Fevia. De oorlog in Oekraïne veroorzaakt historische kostenstijgingen: tarwe werd 50% duurder, de elektriciteitsfactuur verdubbelde en gas ging zelfs drie keer hoger. Er dreigen niet alleen tekorten voor zonnebloemolie maar ook voor lijnzaadolie, honing, eierproducten en glazen verpakkingen.
Hogere winkelprijzen zijn dan ook onvermijdelijk, zegt Fevia, en enkele procenten zullen daarbij niet volstaan. Tekenend is een anonieme getuigenis van een sauzenproducent in De Tijd: “We hebben nood aan tientallen procenten extra. We hebben onze tarieven in januari kunnen verhogen, maar die stijging is al volledig achterhaald. We zijn zopas begonnen met opnieuw te onderhandelen over bestaande contracten.”
“Mayonaise 70% duurder”
Eigeel is volgens de fabrikant nu dubbel zo duur, maar ook mosterdzaad, zetmeel en glazen potten werden tientallen procenten duurder. Sommige supermarkten gaan mee in de vraag naar prijsverhogingen – één keten aanvaardde dat mayonaise wel 70% duurder wordt – andere (nog) niet. Dat zal echter niet zonder gevolgen blijven: “Als een supermarkt onze prijsverhogingen nu niet aanvaardt, dan moeten we de leveringen stopzetten. We kunnen niet met verlies produceren.” Daarmee echoot hij een sentiment dat eerder ook de topman van koekjesproducent Lotus al duidelijk uitsprak.
Die gesprekken verlopen wel heel moeizaam: “Supermarktketens hebben een disproportionele onderhandelingsmacht.” 33% van de heronderhandelingsverzoeken werd geweigerd, 40% werd nog niet beantwoord, 28% kreeg een beperkte verhoging, zegt Fevia. De federatie vraagt daarom een uitbreiding van de regelgeving over oneerlijke handelspraktijken. Ze vraagt supermarkten om zich flexibel op te stellen en geen boetes op te leggen voor laattijdige leveringen. Ze rekent ook op maatregelen om de energiefactuur te verzachten en wil tijdelijk kunnen afwijken van de etiketteringswetgeving, om snel alternatieve grondstoffen en ingrediënten te kunnen gebruiken om tekorten op te vangen.
Historisch dieptepunt
Nochtans kende de voedingsindustrie in 2021 een mooi herstel, na het moeilijke coronajaar 2020: de omzet steeg met 13,1%, de investeringen gingen met 9,2% omhoog, de export groeide met 11,7% en er kwamen ook 2,4% meer jobs bij. Daar staat tegenover dat de rentabiliteit van de Belgische voedingsbedrijven daalde tot 2,8%, en dat is een historisch dieptepunt, zegt Fevia-voorzitter Anthony Botelberge.
“Tijdens de pandemie stonden veel voedingsbedrijven al voor hete vuren door tekorten aan grondstoffen en sterk gestegen kosten voor grondstoffen, energie, verpakkingen en transport. Het leek er begin dit jaar op dat we die brand eindelijk geblust kregen maar de oorlog in Oekraïne is helaas een enorme brandversneller. Als we die kosten niet kunnen doorrekenen, dan wordt het nauwelijks nog rendabel om verder te produceren.”